Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schutt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schutt (Duits) in het Nederlands

Schutt:

Schutt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schutt (Abfall; Trümmer; Bruch)
    het afval; de rotzooi; de vuilnis
    • afval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rotzooi [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vuilnis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schutt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afval Abfall; Bruch; Schutt; Trümmer Abfall; Müll
rotzooi Abfall; Bruch; Schutt; Trümmer Chaos; Durcheinander; Kram; Pfuscherei; Rommel; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr
vuilnis Abfall; Bruch; Schutt; Trümmer Abfall; Müll

Synoniemen voor "Schutt":


Wiktionary: Schutt

Schutt
noun
  1. een massa vergruizelde steen

Cross Translation:
FromToVia
Schutt puin; wrakstukken; wrakhout; restanten debris — rubble, wreckage, scattered remains of something destroyed
Schutt puin rubble — the broken remains of an object, usually rock or masonry
Schutt afval; vuilnis; prullaria; puin; rommel; rommelzooi; vuil débrisreste d’une chose brisée ou en partie détruire.
Schutt gravel; grind; gruis; steengruis gravier — géologie|fr roche détritique à éléments assez gros (sables grossiers et cailloux), d’origine fluviatile ou littorale (on dit aussi cailloutis).