Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schwarm:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schwarm (Duits) in het Nederlands

Schwarm:

Schwarm [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schwarm (Abgott)
    het idool; de afgod; het afgodsbeeld
    • idool [het ~] zelfstandig naamwoord
    • afgod [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • afgodsbeeld [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schwarm (Menge; Schar; Herde; )
    de kudde; de massa; de horde; de drom; de troep; de schaar; de schare
    • kudde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • horde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • drom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • troep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schaar [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schare [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schwarm
    de zwerm
    • zwerm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Schwarm (Andrang; Schar; Menge; )
    het oploopje; de samenkomst; de toeloop
    • oploopje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • samenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • toeloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schwarm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgod Abgott; Schwarm
afgodsbeeld Abgott; Schwarm Gott; Götzenbild
drom Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Gedränge; Gemenge; Getreibe; Haufen; Horde; Masse; Menge; Menschenmenge; Schar; Trupp; Truppe; Volksmenge
horde Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Bande; Haufen; Hindernis; Horde; Hürde; Menge; Meute; Schar; Truppe
idool Abgott; Schwarm
kudde Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge
massa Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Ansammlung; Berg; Gedränge; Gemenge; Getreibe; Haufen; Horde; Häufung; Masse; Menge; Menschenmasse; Menschenmenge; Schar; Trupp; Truppe; Volksmenge; große Masse
oploopje Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge
samenkomst Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Begegnung; Beratung; Besprechung; Konferenz; Kongreß; Sitzung; Tagung; Treffen; Unterredung; Veranstaltung; Verhandlung; Versammlung; Zusammenkunft; Zusammentreffen
schaar Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Schere
schare Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Haufen; Horde; Menge; Schar; Truppe
toeloop Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Betrieb; Emsigkeit; Gedränge; Gedrängtheit; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Rummel; Treiben; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr
troep Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge Ansammlung; Bande; Chaos; Durcheinander; Gedränge; Gemenge; Getreibe; Horde; Kram; Masse; Menge; Menschenmenge; Meute; Pfuscherei; Rommel; Rummel; Sauwirtschaft; Schar; Schmiererei; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trupp; Trümmerhaufen; Volksmenge; Wirrwarr; Zusammenrottung
zwerm Schwarm

Synoniemen voor "Schwarm":


Wiktionary: Schwarm

Schwarm
noun
  1. Verband von Tieren, die sich gemeinsam schwimmend oder fliegend fortbewegen
  2. bildlich: eine größere Anzahl von etwas
Schwarm
noun
  1. een groep samenlevende dieren zoals een troep vogels, met name een ouderpaar met broedsel

Cross Translation:
FromToVia
Schwarm bevlieging crush — a short-lived and unrequited love or infatuation
Schwarm school school — a group of fish
Schwarm zwerm swarm — large number of insects
Schwarm menigte; massa swarm — a mass of people or animals in turmoil