Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verhalten:
  2. Verhalten:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verhalten (Duits) in het Nederlands

verhalten:

verhalten bijvoeglijk naamwoord

  1. verhalten (verbissen; haßerfüllt; feindselig)
    verbeten; haatdragend

Vertaal Matrix voor verhalten:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haatdragend feindselig; haßerfüllt; verbissen; verhalten nachtragend; rachsüchtig
verbeten feindselig; haßerfüllt; verbissen; verhalten grimmig; haßerfüllt; verbissen; verbittert; verkniffen

Synoniemen voor "verhalten":


Wiktionary: verhalten


Cross Translation:
FromToVia
verhalten zich gedragen behave — to act in a specific manner
verhalten houden; bijhouden; vasthouden tenir — Avoir en main, entre les bras, de manière à ne pas laisser aller.

Verhalten:

Verhalten

  1. Verhalten
  2. Verhalten
    het gedrag
    • gedrag [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Verhalten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gedrag Verhalten Aktienkurs; Haltung; Kurs; Notiz; Verhaltensweise
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
behaviors Verhalten

Synoniemen voor "Verhalten":


Wiktionary: Verhalten

Verhalten
noun
  1. das, was jemand tut oder lässt und auf welche Weise
Verhalten
noun
  1. de manier waarop iemand optreedt of iets ergens op reageert

Cross Translation:
FromToVia
Verhalten gedragingen; gedrag behavior — way an animal or human behaves or acts
Verhalten gedrag; gedragingen behaviour — way an animal or human behaves or acts
Verhalten gedrag; gedragingen behaviour — the way matter moves or acts
Verhalten kleding mise — mise (f)
Verhalten bereidingswijze; procédé; werkwijze; gedrag; houding; wandel procédéconduite, manière d’agir d’une personne envers une autre.

Verwante vertalingen van Verhalten



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Verhalten (Nederlands) in het Duits