Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Zukunft

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Zukunft

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Zukunft:
- toekomst; voorland; toekomsten
Wiktionary:
- Zukunft → toekomst
- Zukunft → toekomst, toekomende tijd, verschiet

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zukunft (Duits) in het Nederlands

Zukunft:

Zukunft [die ~] zelfstandig naamwoord

die Zukunft (Zukünfte)
de toekomst; het voorland; de toekomsten
- toekomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voorland [het ~] zelfstandig naamwoord
- toekomsten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Zukunft:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toekomst	Zukunft; Zukünfte	Ausblick; Aussicht; Aussichtspunkt; Gesichtspunkt; Möglichkeit; Vorderaussicht
toekomsten	Zukunft; Zukünfte
voorland	Zukunft; Zukünfte

Synoniemen voor "Zukunft":

Futur; Tempus; Zeit; Zeitform
Sankt-Nimmerleins-Tag

Wiktionary: Zukunft

Zukunft

noun

de tijd die komen gaat
- toekomst → Zukunft

Cross Translation:

From	To	Via
• Zukunft	→ toekomst	↔ future — the time ahead
• Zukunft	→ toekomst	↔ future — something that will happen in moments yet to come
• Zukunft	→ toekomst; toekomende tijd; verschiet	↔ avenir — futur, ce qui devoir arriver.

Verwante vertalingen van Zukunft

in Zukunft