Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor adoptieren (Duits) in het Nederlands

adoptieren:

adoptieren werkwoord

  1. adoptieren (annehmen; übernehmen)
    aannemen; adopteren
    • aannemen werkwoord (neem aan, neemt aan, nam aan, namen aan, aangenomen)
    • adopteren werkwoord (adopteer, adopteert, adopteerde, adopteerden, geadopteerd)

Vertaal Matrix voor adoptieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemen Adoptieren; Annehmen; Verdacht; Vermutung; Vorgefühl
adopteren Adoptieren; Adoption; Annehmen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemen adoptieren; annehmen; übernehmen akzeptieren; anheuern; annehmen; anstellen; anziehen; beginnen; denken; ein Geschenk annehmen; einkassieren; einstecken; einstellen; empfangen; engagieren; glauben; hinnehmen; in Empfang nehmen; schlucken; schätzen; starten; voraussetzen
adopteren adoptieren; annehmen; übernehmen

Synoniemen voor "adoptieren":


Wiktionary: adoptieren

adoptieren
verb
  1. jemanden als Kind annehmen
adoptieren
verb
  1. een kind aannemen

Cross Translation:
FromToVia
adoptieren aannemen; adopteren adopt — to take by choice into relationship, as, child, heir, friend, citizen
adoptieren aannemen; accepteren; ontvangen; als zoon aannemen; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken; adopteren; zich eigen maken adopterchoisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi.

Adoptieren:

Adoptieren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Adoptieren (Adoption)
    adopteren; de aanneming; de adoptie
  2. Adoptieren (Annehmen)
    adopteren; aannemen

Vertaal Matrix voor Adoptieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemen Adoptieren; Annehmen Verdacht; Vermutung; Vorgefühl
aanneming Adoptieren; Adoption Beglaubigung; Bestätigung
adopteren Adoptieren; Adoption; Annehmen
adoptie Adoptieren; Adoption Adoption
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemen adoptieren; akzeptieren; anheuern; annehmen; anstellen; anziehen; beginnen; denken; ein Geschenk annehmen; einkassieren; einstecken; einstellen; empfangen; engagieren; glauben; hinnehmen; in Empfang nehmen; schlucken; schätzen; starten; voraussetzen; übernehmen
adopteren adoptieren; annehmen; übernehmen



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor adoptieren (Nederlands) in het Duits