Duits

Uitgebreide vertaling voor bezwecken (Duits) in het Nederlands

bezwecken:

bezwecken werkwoord (bezwecke, bezweckst, bezweckt, bezweckte, bezwecktet, bezweckt)

  1. bezwecken (beabsichtigen)
    bedoelen; ergens iets mee willen zeggen
  2. bezwecken (beabsichtigen)
    viseren; doel beogen; aansturen op
  3. bezwecken (beabsichtigen; der Meinung sein; erstreben; anstreben; annehmen)
    bedoelen; beogen; ten doel hebben
    • bedoelen werkwoord (bedoel, bedoelt, bedoelde, bedoelden, bedoeld)
    • beogen werkwoord (beoog, beoogt, beoogde, beoogden, beoogd)
    • ten doel hebben werkwoord

Conjugations for bezwecken:

Präsens
  1. bezwecke
  2. bezweckst
  3. bezweckt
  4. bezwecken
  5. bezweckt
  6. bezwecken
Imperfekt
  1. bezweckte
  2. bezwecktest
  3. bezweckte
  4. bezweckten
  5. bezwecktet
  6. bezweckten
Perfekt
  1. habe bezweckt
  2. hast bezweckt
  3. hat bezweckt
  4. haben bezweckt
  5. habt bezweckt
  6. haben bezweckt
1. Konjunktiv [1]
  1. bezwecke
  2. bezweckest
  3. bezwecke
  4. bezwecken
  5. bezwecket
  6. bezwecken
2. Konjunktiv
  1. bezweckte
  2. bezwecktest
  3. bezweckte
  4. bezweckten
  5. bezwecktet
  6. bezweckten
Futur 1
  1. werde bezwecken
  2. wirst bezwecken
  3. wird bezwecken
  4. werden bezwecken
  5. werdet bezwecken
  6. werden bezwecken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde bezwecken
  2. würdest bezwecken
  3. würde bezwecken
  4. würden bezwecken
  5. würdet bezwecken
  6. würden bezwecken
Diverses
  1. bezweck!
  2. bezweckt!
  3. bezwecken Sie!
  4. bezweckt
  5. bezweckend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor bezwecken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansturen op Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
beogen Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansturen op beabsichtigen; bezwecken ansteuern; zuhalten auf
bedoelen annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben
beogen annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben
doel beogen beabsichtigen; bezwecken
ergens iets mee willen zeggen beabsichtigen; bezwecken
ten doel hebben annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben
viseren beabsichtigen; bezwecken

Synoniemen voor "bezwecken":


Wiktionary: bezwecken

bezwecken
verb
  1. iets met een bepaald oogmerk doen

Bezwecken:

Bezwecken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Bezwecken (Beabsichtigen; Anstreben; Anstrebung; Erstreben)
    het streven; pogen; beogen; de ambitie; de aspiratie; het azen; aansturen op; het doel; de intentie; trachten; streven naar
    • streven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pogen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • beogen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • ambitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aspiratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • azen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aansturen op [znw.] zelfstandig naamwoord
    • doel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • intentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • trachten [znw.] zelfstandig naamwoord
    • streven naar [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bezwecken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansturen op Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
ambitie Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben Ambition; Bemühen; Bestreben; Bestrebung; Ehrgeiz; Eifer; Streben
aspiratie Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben Ambition; Bemühen; Bestreben; Ehrgeiz; Eifer; Streben
azen Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
beogen Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
doel Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben Bedeutung; Bestimmung; Endziel; Endzweck; Reisebestimmung; Sinn; Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe; Zielsetzung; Zielwert; Zweck
intentie Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben Absicht; Endzweck; Intention; Vorsatz; Ziel; Zweck
pogen Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
streven Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben Ambition; Bemühen; Bestreben; Ehrgeiz; Eifer; Streben; Ziel; Zielsetzung; Zweck
streven naar Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
trachten Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben Probieren; Versuchen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansturen op ansteuern; beabsichtigen; bezwecken; zuhalten auf
azen erbeuten; ernähren; füttern; speisen; verpflegen
beogen annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben
pogen erproben; probieren
streven anstreben; bestreben; erstreben; trachten
streven naar anstreben; erstreben
trachten erproben; probieren