Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. davonmachen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor davonmachen (Duits) in het Nederlands

davonmachen: (*Woord en zin splitter gebruikt)

davonmachen:


Synoniemen voor "davonmachen":


Wiktionary: davonmachen

davonmachen
adverb
  1. ervandoor gaan
verb
  1. ervandoor gaan

Cross Translation:
FromToVia
davonmachen vertrekken abscond — to depart secretly

davon machen:


Synoniemen voor "davon machen":