Duits

Uitgebreide vertaling voor sinnreich (Duits) in het Nederlands

sinnreich:

sinnreich bijvoeglijk naamwoord

  1. sinnreich (sinnvoll; zweckmäßig)
    zinvol; zinrijk
  2. sinnreich (erfinderisch; scharfsinnig)
    vindingrijk; inventief; vernuftig
  3. sinnreich (durchdacht; begründet; berechtigt; stichhaltig)
    doordacht; gegrond

Vertaal Matrix voor sinnreich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doordacht begründet; berechtigt; durchdacht; sinnreich; stichhaltig abgeklärt; einsichtsvoll; gescheit; geschickt; sachverständig; vernünftig
gegrond begründet; berechtigt; durchdacht; sinnreich; stichhaltig begründet; berechtigt; fundiert; geltend; gerecht; gesetzlich; gesetzmäßig; gültig; plausibel; rechtmäßig; rechtsgültig sein; rechtskräftig; stichhaltig; wohlbegründet; zustehend
inventief erfinderisch; scharfsinnig; sinnreich
vernuftig erfinderisch; scharfsinnig; sinnreich ausgekocht; erfinderisch; fachmännisch; gekonnt; genial; gescheit; klug; kundig; sachverständig; vernünftig
vindingrijk erfinderisch; scharfsinnig; sinnreich aufgeweckt; ausgelernt; behende; fachmännisch; fähig; geistreich; gekonnt; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; klug; kundig; sachverständig; scharfsichtig; scharfsinnig; schlau; tüchtig
zinrijk sinnreich; sinnvoll; zweckmäßig
zinvol sinnreich; sinnvoll; zweckmäßig

Wiktionary: sinnreich


Cross Translation:
FromToVia
sinnreich bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; fijn; spitsvondig; subtiel; ad rem; geestig; gevat; snedig; gekuist findélié, menu, mince ou étroit.
sinnreich ad rem; geestig; gevat; snedig; geestelijk; mentaal mental — Qui se fait, qui s’exécuter dans l’esprit, dans l’entendement.
sinnreich spiritueel; ad rem; geestig; gevat; snedig spirituel — Qui est de la nature de l'esprit, ou qui le concerne.