Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. transportieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor transportieren (Duits) in het Nederlands

transportieren:

transportieren werkwoord (transportiere, transportierst, transportiert, transportierte, transportiertet, transportiert)

  1. transportieren (befördern; übertragen)
    vervoeren; transporteren
    • vervoeren werkwoord (vervoer, vervoert, vervoerde, vervoerden, vervoerd)
    • transporteren werkwoord (transporteer, transporteert, transporteerde, transporteerden, getransporteerd)
  2. transportieren (befördern; hinüberbringen; hinüberfahren)
    vervoeren; iets transporteren
  3. transportieren (kommunizieren; hinüberbringen; befördern)
    communiceren; overbrengen
    • communiceren werkwoord (communiceer, communiceert, communiceerde, communiceerden, gecommuniceerd)
    • overbrengen werkwoord (breng over, brengt over, bracht over, brachten over, overgebracht)

Conjugations for transportieren:

Präsens
  1. transportiere
  2. transportierst
  3. transportiert
  4. transportieren
  5. transportiert
  6. transportieren
Imperfekt
  1. transportierte
  2. transportiertest
  3. transportierte
  4. transportierten
  5. transportiertet
  6. transportierten
Perfekt
  1. habe transportiert
  2. hast transportiert
  3. hat transportiert
  4. haben transportiert
  5. habt transportiert
  6. haben transportiert
1. Konjunktiv [1]
  1. transportiere
  2. transportierest
  3. transportiere
  4. transportieren
  5. transportieret
  6. transportieren
2. Konjunktiv
  1. transportierte
  2. transportiertest
  3. transportierte
  4. transportierten
  5. transportiertet
  6. transportierten
Futur 1
  1. werde transportieren
  2. wirst transportieren
  3. wird transportieren
  4. werden transportieren
  5. werdet transportieren
  6. werden transportieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde transportieren
  2. würdest transportieren
  3. würde transportieren
  4. würden transportieren
  5. würdet transportieren
  6. würden transportieren
Diverses
  1. transportier!
  2. transportiert!
  3. transportieren Sie!
  4. transportiert
  5. transportierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor transportieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overbrengen Angeben; Klatschen; Zutragen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
communiceren befördern; hinüberbringen; kommunizieren; transportieren eine Aussage machen; faseln; kommunizieren; konversieren; miteinander sprechen; plaudern; quatschen; reden; sagen; sprechen
iets transporteren befördern; hinüberbringen; hinüberfahren; transportieren
overbrengen befördern; hinüberbringen; kommunizieren; transportieren übersetzen; übertragen
transporteren befördern; transportieren; übertragen
vervoeren befördern; hinüberbringen; hinüberfahren; transportieren; übertragen verführen; verlegen; verleiten; verrücken; verschieben; verschleppen; verstellen

Synoniemen voor "transportieren":


Wiktionary: transportieren

transportieren
verb
  1. (transitiv) (unter Zuhilfenahme eines Transportmittels) etwas oder jemanden von einem Ort an einen anderen bringen/schaffen
transportieren
verb
  1. personen of objecten naar een andere plek brengen

Cross Translation:
FromToVia
transportieren overbrengen; voeren; vervoeren; transporteren transport — carry or bear from one place to another

Verwante vertalingen van transportieren