Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. werden:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. worden:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor werden (Duits) in het Nederlands

werden:

werden werkwoord (werde, wirst, wird, wurde, wurdet, geworden)

  1. werden
    worden
    • worden werkwoord (word, wordt, werd, werden, geworden)
  2. werden
    zullen
    • zullen werkwoord (zal, zult, zou, zouden)
  3. werden (anschwellen; entstehen; steigen; )
    oprijzen; rijzen
    • oprijzen werkwoord (rijs op, rijst op, rees op, rezen op, opgerezen)
    • rijzen werkwoord (rijs, rijst, rees, rezen, gerezen)

Conjugations for werden:

Präsens
  1. werde
  2. wirst
  3. wird
  4. werden
  5. werdet
  6. werden
Imperfekt
  1. wurde
  2. wurdest
  3. wurde
  4. wurden
  5. wurdet
  6. wurden
Perfekt
  1. bin geworden
  2. bist geworden
  3. ist geworden
  4. sind geworden
  5. seid geworden
  6. sind geworden
1. Konjunktiv [1]
  1. werde
  2. werdest
  3. werde
  4. werden
  5. werdet
  6. werden
2. Konjunktiv
  1. würde
  2. würdest
  3. würde
  4. würden
  5. würdet
  6. würden
Futur 1
  1. werde werden
  2. wirst werden
  3. wird werden
  4. werden werden
  5. werdet werden
  6. werden werden
1. Konjunktiv [2]
  1. würde werden
  2. würdest werden
  3. würde werden
  4. würden werden
  5. würdet werden
  6. würden werden
Diverses
  1. werde!
  2. werdet!
  3. werden Sie!
  4. geworden
  5. werdend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor werden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oprijzen anschwellen; aufgehen; eintreten; entkeimen; entspringen; entstehen; erstehen; gelangen; schwellen; sicherheben; steigen; wachsen; werden ansteigen; aufragen; aufsteigen; emporkommen; emporragen; emporsteigen; ersteigen; heraufkommen; heraufsteigen; hochsteigen; schwellen; steigen
rijzen anschwellen; aufgehen; eintreten; entkeimen; entspringen; entstehen; erstehen; gelangen; schwellen; sicherheben; steigen; wachsen; werden anschwellen; ansteigen; anwachsen; aufgehen; aufragen; aufstehen; aufsteigen; emporkommen; emporragen; emporsteigen; ersteigen; gehen; heraufkommen; heraufsteigen; hochsteigen; schwellen; sicher heben; steigen; treiben; zunehmen
worden werden
zullen werden

Wiktionary: werden

werden
  1. entstehen
  2. sich (unwillkürlich) entwickeln zu (besonders Partizipien und substantivierter Infinitiv)
  3. zu etwas gemacht werden
  4. geschehen
werden
verb
  1. maakt een ergatieve constructie met een bijvoeglijk naamwoord of voltooid deelwoord
  2. vormt de lijdende vorm
  3. gaan zijn, zich ontwikkelen tot
  4. (hulpwerkwoord): hulpwerkwoord van de (toekomende tijd)

Cross Translation:
FromToVia
werden worden be — used to form the passive voice
werden worden become — to begin to be
werden worden get — become
werden worden turn — become
werden vrijuit gaan walk — law: colloquial: to go free
werden zullen will — indicating future action
werden mooi; worden abeausir — (vieilli) Se mettre au beau.
werden raken; worden devenircommencer à être ce qu’on n’était pas ; passer d’une situation, d’un état à un autre.
werden geboren; worden naîtrecommencer à vivre ; venir au monde.

Werden:


Synoniemen voor "Werden":


Verwante vertalingen van werden



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor werden (Nederlands) in het Duits

werden vorm van worden:

worden werkwoord (word, wordt, werd, werden, geworden)

  1. worden
    werden
    • werden werkwoord (werde, wirst, wird, wurde, wurdet, geworden)

Conjugations for worden:

o.t.t.
  1. word
  2. wordt
  3. wordt
  4. worden
  5. worden
  6. worden
o.v.t.
  1. werd
  2. werd
  3. werd
  4. werden
  5. werden
  6. werden
v.t.t.
  1. ben geworden
  2. bent geworden
  3. is geworden
  4. zijn geworden
  5. zijn geworden
  6. zijn geworden
v.v.t.
  1. was geworden
  2. was geworden
  3. was geworden
  4. waren geworden
  5. waren geworden
  6. waren geworden
o.t.t.t.
  1. zal worden
  2. zult worden
  3. zal worden
  4. zullen worden
  5. zullen worden
  6. zullen worden
o.v.t.t.
  1. zou worden
  2. zou worden
  3. zou worden
  4. zouden worden
  5. zouden worden
  6. zouden worden
diversen
  1. word!
  2. wordt!
  3. geworden
  4. wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor worden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
werden worden oprijzen; rijzen; zullen

Verwante definities voor "worden":

  1. beginnen te zijn of in de toekomst zullen zijn1
    • het wordt koud buiten1
  2. geeft aan dat iemand iets ondergaat1
    • hij wordt geslagen1

Wiktionary: worden

worden
verb
  1. vormt de lijdende vorm
  2. gaan zijn, zich ontwikkelen tot
worden
  1. entstehen
  2. sich (unwillkürlich) entwickeln zu (besonders Partizipien und substantivierter Infinitiv)
  3. zu etwas gemacht werden
  4. geschehen

Cross Translation:
FromToVia
worden werden be — used to form the passive voice
worden werden become — to begin to be
worden erkälten catch a cold — to suffer from cold
worden konkretisieren concrete — solidify
worden verdunkeln darken — to become darker (less bright)
worden verdunkeln darken — to become dark(er) in colour
worden werden get — become
worden werden turn — become
worden schön; werden abeausir — (vieilli) Se mettre au beau.
worden werden devenircommencer à être ce qu’on n’était pas ; passer d’une situation, d’un état à un autre.
worden geboren werden naitre — commencer à vivre
worden geboren; werden naîtrecommencer à vivre ; venir au monde.