Duits

Uitgebreide vertaling voor zeichnen (Duits) in het Nederlands

zeichnen:

zeichnen werkwoord (zeichne, zeichnest, zeichnet, zeichnete, zeichnetet, gezeichnet)

  1. zeichnen (portrettieren; malen; abbilden; darstellen)
    tekenen; afbeelden; schilderen; portretteren
    • tekenen werkwoord (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)
    • afbeelden werkwoord (beeld af, beeldt af, beeldde af, beeldden af, afgebeeld)
    • schilderen werkwoord (schilder, schildert, schilderde, schilderden, geschilderd)
    • portretteren werkwoord
  2. zeichnen (unterschreiben; unterzeichnen; signieren; paraphieren; abzeichnen)
    ondertekenen; tekenen; signeren
    • ondertekenen werkwoord (onderteken, ondertekent, ondertekende, ondertekenden, ondertekend)
    • tekenen werkwoord (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)
    • signeren werkwoord (signeer, signeert, signeerde, signeerden, gesigneerd)
  3. zeichnen (malen)
    tekenen; uittekenen
    • tekenen werkwoord (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)
    • uittekenen werkwoord (teken uit, tekent uit, tekende uit, tekenden uit, uitgetekend)
  4. zeichnen (ankreuzen; merken; markieren; kennzeichnen)
    merken; aankruisen
    • merken werkwoord (merk, merkt, merkte, merkten, gemerkt)
    • aankruisen werkwoord (kruis aan, kruist aan, kruiste aan, kruisten aan, aangekruist)
  5. zeichnen (paraphieren; abzeichnen; unterschreiben; signieren; unterzeichnen)
    paraferen
    • paraferen werkwoord (parafeer, parafeert, parafeerde, parafeerden, geparafeerd)

Conjugations for zeichnen:

Präsens
  1. zeichne
  2. zeichnest
  3. zeichnet
  4. zeichnen
  5. zeichnet
  6. zeichnen
Imperfekt
  1. zeichnete
  2. zeichnetest
  3. zeichnete
  4. zeichneten
  5. zeichnetet
  6. zeichneten
Perfekt
  1. habe gezeichnet
  2. hast gezeichnet
  3. hat gezeichnet
  4. haben gezeichnet
  5. habt gezeichnet
  6. haben gezeichnet
1. Konjunktiv [1]
  1. zeichne
  2. zeichnest
  3. zeichne
  4. zeichnen
  5. zeichnet
  6. zeichnen
2. Konjunktiv
  1. zeichnete
  2. zeichnetest
  3. zeichnete
  4. zeichneten
  5. zeichnetet
  6. zeichneten
Futur 1
  1. werde zeichnen
  2. wirst zeichnen
  3. wird zeichnen
  4. werden zeichnen
  5. werdet zeichnen
  6. werden zeichnen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde zeichnen
  2. würdest zeichnen
  3. würde zeichnen
  4. würden zeichnen
  5. würdet zeichnen
  6. würden zeichnen
Diverses
  1. zeichne!
  2. zeichnet!
  3. zeichnen Sie!
  4. gezeichnet
  5. zeichnend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zeichnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankruisen Ankreuzen; Anstreichen
afbeelden Abbilden; Abbildung; Abmalen; Bild; Bildnis; Konterfei; Porträt
paraferen Paraphierung
schilderen Anstreichen; Malen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankruisen ankreuzen; kennzeichnen; markieren; merken; zeichnen abzeichnen; ankreuzen; anmerken
afbeelden abbilden; darstellen; malen; portrettieren; zeichnen
merken ankreuzen; kennzeichnen; markieren; merken; zeichnen abzeichnen; ankreuzen; anmerken; beglaubigen; bemerken; beobachten; bescheinigen; bestaetigen; entdecken; erkennen; feststellen; fühlen; merken; sehen; signalisieren; spüren; wahrnehmen
ondertekenen abzeichnen; paraphieren; signieren; unterschreiben; unterzeichnen; zeichnen signieren
paraferen abzeichnen; paraphieren; signieren; unterschreiben; unterzeichnen; zeichnen
portretteren abbilden; darstellen; malen; portrettieren; zeichnen
schilderen abbilden; darstellen; malen; portrettieren; zeichnen anstreichen; bemalen; färben; lackieren; malen; streichen
signeren abzeichnen; paraphieren; signieren; unterschreiben; unterzeichnen; zeichnen
tekenen abbilden; abzeichnen; darstellen; malen; paraphieren; portrettieren; signieren; unterschreiben; unterzeichnen; zeichnen bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen
uittekenen malen; zeichnen

Synoniemen voor "zeichnen":

  • bildlich darstellen; malen

Wiktionary: zeichnen

zeichnen
  1. (transitiv) eine bildliche Darstellung mittels Stift, Kohle, Kreide und Ähnlichem oder mittels stiftbasierter Eingabegeräte (Touchpens), virtuellem Stift beziehungsweise Mausklick vornehmlich in Linien und Strichen von etwas oder jemandem (künstlerisch) anfertigen, welche sich letztlich
  2. (transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen
  3. (transitiv) etwas mit einem oder mehreren Zeichen versehen
  4. (transitiv) unterzeichnen

Cross Translation:
FromToVia
zeichnen in 't klad maken; schetsen draft — to write a first version
zeichnen tekenen draw — to produce a picture
zeichnen tekenen; aftekenen; trekken; uittekenen dessiner — Reeprésenter par un dessin
zeichnen aanduiden; aangeven; een teken geven; merken; kenmerken; tekenen; laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanwijzen; uitduiden; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken désigner — Traduction à trier
zeichnen aanduiden; aangeven; een teken geven; merken; kenmerken; tekenen; scoren marquer — Distinguer une chose d’une autre au moyen d’une marque. (Sens général).

Zeichnen:

Zeichnen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Zeichnen (Abzeichnen)
    parafering; de aftekening; de initialen

Vertaal Matrix voor Zeichnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftekening Abzeichnen; Zeichnen Abzeichnen; Zeichnung
initialen Abzeichnen; Zeichnen Anfangsbuchstaben
parafering Abzeichnen; Zeichnen