Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: zubringen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: zubringen

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zubringen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor zubringen (Duits) in het Nederlands

zubringen:

zubringen werkwoord (bringe zu, bringst zu, bringt zu, brachte zu, brachtet zu, zugebracht)

  1. zubringen (zufügen)
    toebrengen
    • toebrengen werkwoord (breng toe, brengt toe, bracht toe, brachten toe, toegebracht)
  2. zubringen (ausposaunen; mitteilen; verraten; )
    verraden; verklikken; verklappen; klikken; verlinken
    • verraden werkwoord (verraad, verraadt, verried, verrieden, verraden)
    • verklikken werkwoord (verklik, verklikt, verklikte, verklikten, verklikt)
    • verklappen werkwoord (verklap, verklapt, verklapte, verklapten, verklapt)
    • klikken werkwoord (klik, klikt, klikte, klikten, geklikt)
    • verlinken werkwoord (verlink, verlinkt, verlinkte, verlinkten, verlinkt)
  3. zubringen
    dichtkrijgen
    • dichtkrijgen werkwoord (krijg dicht, krijgt dicht, kreeg dicht, kregen dicht, dichtgekregen)

Conjugations for zubringen:

Präsens
  1. bringe zu
  2. bringst zu
  3. bringt zu
  4. bringen zu
  5. bringt zu
  6. bringen zu
Imperfekt
  1. brachte zu
  2. brachtest zu
  3. brachte zu
  4. brachten zu
  5. brachtet zu
  6. brachten zu
Perfekt
  1. habe zugebracht
  2. hast zugebracht
  3. hat zugebracht
  4. haben zugebracht
  5. habt zugebracht
  6. haben zugebracht
1. Konjunktiv [1]
  1. bringe zu
  2. bringest zu
  3. bringe zu
  4. bringen zu
  5. bringet zu
  6. bringen zu
2. Konjunktiv
  1. brächte zu
  2. brächtest zu
  3. brächte zu
  4. brächten zu
  5. brächtet zu
  6. brächten zu
Futur 1
  1. werde zubringen
  2. wirst zubringen
  3. wird zubringen
  4. werden zubringen
  5. werdet zubringen
  6. werden zubringen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde zubringen
  2. würdest zubringen
  3. würde zubringen
  4. würden zubringen
  5. würdet zubringen
  6. würden zubringen
Diverses
  1. bring zu!
  2. bringt zu!
  3. bringen Sie zu!
  5. zugebracht
  6. zubringend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zubringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klikken Angeben; Klatschen; Zutragen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dichtkrijgen zubringen
klikken angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen anbringen; anzeigen; denunzieren; klicken auf; mitteilen; petzen; verpfeifen; verraten
toebrengen zubringen; zufügen
verklappen angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen anbringen; anzeigen; ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; denunzieren; mitteilen; petzen; verpfeifen; verraten
verklikken angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen anzeigen; hinterbringen; petzen; verpfeifen; verraten
verlinken angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen anzeigen; petzen; verpfeifen; verraten
verraden angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen anzeigen; ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; petzen; verpfeifen; verraten

Synoniemen voor "zubringen":

  • verbringen; verleben

Wiktionary: zubringen

Cross Translation:
FromToVia
• zubringen → schenken; geven; doneren; aandoen; aandraaien; aansteken; schakelen; inschakelen; aanbotsen; geduwd worden; zich stoten; aangeven; aanreiken; doorbrengen; verdrijven; uitgaan; uitkomen; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; opbrengen; toebrengen; toekennen; verlenen ↔ donner — Faire un don ; transférer, sans rétribution, la propriété d’une chose que l’on posséder ou dont on jouir, à une autre personne.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0317 seconde
Page rendered in 1.0 seconds