Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor übertreffen (Duits) in het Nederlands

übertreffen:

übertreffen werkwoord (übertreffe, übertriffst, übertrifft, übertraf, übertraft, übertroffen)

  1. übertreffen (übersteigen; überragen)
    overtreffen; voorbijstreven
    • overtreffen werkwoord (overtref, overtreft, overtrof, overtroffen, overtroffen)
    • voorbijstreven werkwoord (streef voorbij, streeft voorbij, streefde voorbij, streefden voorbij, voorbij gestreefd)
  2. übertreffen (übersteigen; überragen)
    overtreffen
    • overtreffen werkwoord (overtref, overtreft, overtrof, overtroffen, overtroffen)

Conjugations for übertreffen:

Präsens
  1. übertreffe
  2. übertriffst
  3. übertrifft
  4. übertreffen
  5. übertrefft
  6. übertreffen
Imperfekt
  1. übertraf
  2. übertrafst
  3. übertraf
  4. übertrafen
  5. übertraft
  6. übertrafen
Perfekt
  1. habe übertroffen
  2. hast übertroffen
  3. hat übertroffen
  4. haben übertroffen
  5. habt übertroffen
  6. haben übertroffen
1. Konjunktiv [1]
  1. übertreffe
  2. übertreffest
  3. übertreffe
  4. übertreffen
  5. übertreffet
  6. übertreffen
2. Konjunktiv
  1. überträfe
  2. überträfest
  3. überträfe
  4. überträfen
  5. überträfet
  6. überträfen
Futur 1
  1. werde übertreffen
  2. wirst übertreffen
  3. wird übertreffen
  4. werden übertreffen
  5. werdet übertreffen
  6. werden übertreffen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde übertreffen
  2. würdest übertreffen
  3. würde übertreffen
  4. würden übertreffen
  5. würdet übertreffen
  6. würden übertreffen
Diverses
  1. übertriff!
  2. übertrefft!
  3. übertreffen Sie!
  4. übertroffen
  5. übertreffend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor übertreffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overtreffen Übertreffen
voorbijstreven Vorausstreben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overtreffen überragen; übersteigen; übertreffen glänzen; glühen; hinausragen; hinausragenüber; leuchten; scheinen; sich hervortun; sich unterscheiden; sichauszeichnen; spiegeln; spielen; strahlen
voorbijstreven überragen; übersteigen; übertreffen

Synoniemen voor "übertreffen":


Wiktionary: übertreffen

übertreffen
verb
  1. een voorheen behaald niveau te boven gaan

Cross Translation:
FromToVia
übertreffen overwinnen; verslaan; overmeesteren; slaan best — to beat
übertreffen overtreffen outdo — to go beyond
übertreffen overstijgen; overtreffen surpass — to exceed
übertreffen bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; overgaan; oversteken; te boven gaan; overtreffen; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven surmontermonter au-dessus.
übertreffen overtreffen surpasser — Dépasser les attentes (1):