Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abgang:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abgang (Duits) in het Nederlands

Abgang:

Abgang

  1. Abgang
    de uitgifte
    • uitgifte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. Abgang (Lagerabgang)
    de vermindering; afname voorraad

Vertaal Matrix voor Abgang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitgifte Abgang Ausgabe; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Distribution; Emission; Erteilung; Herausgabe; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Veröffentlichung
vermindering Abgang; Lagerabgang Abnahme; Abschwächung; Abzug; Herabsetzung; Reduktion; Reduzierung; Rückgang; Verminderung; Verringerung; weniger werden
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
afname voorraad Abgang; Lagerabgang

Synoniemen voor "Abgang":


Wiktionary: Abgang


Cross Translation:
FromToVia
Abgang ondergang; verderf; verdwijning; vertrek disparitionaction de disparaître ; résultat de cette action.
Abgang afrit; afvaart; vertrek départmoment précis de l'action de partir.