Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Angleichen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Angleichen (Duits) in het Nederlands

Angleichen:

Angleichen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Angleichen (Ebnen; Assimilieren; Nivellieren)
    nivelleren; gelijkmaken
  2. Angleichen (Assimilieren)
    assimileren

Vertaal Matrix voor Angleichen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assimileren Angleichen; Assimilieren
gelijkmaken Angleichen; Assimilieren; Ebnen; Nivellieren
nivelleren Angleichen; Assimilieren; Ebnen; Nivellieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assimileren angleichen; assimilieren; gleichstellen
gelijkmaken ausbügeln; ausgleichen; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; nivellieren; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
nivelleren ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren