Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Aufkochen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufkochen (Duits) in het Nederlands

Aufkochen:

Aufkochen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Aufkochen
    opkoken
    • opkoken [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aufkochen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opkoken Aufkochen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opkoken aufbrodeln; aufkochen; aufwallen