Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Bettzeug:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bettzeug (Duits) in het Nederlands

Bettzeug:

Bettzeug [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Bettzeug (Bettwäsche)
    het beddengoed; de lakens
    • beddengoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lakens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Bettzeug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beddengoed Bettwäsche; Bettzeug Bettwäsche
lakens Bettwäsche; Bettzeug Bettlaken; Bettlinnen; Bettwäsche; Leinen; Leinentücher; Leinenwäsche; Linnen; Weißwäsche
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lakens aus Tuch; tüchern

Synoniemen voor "Bettzeug":