Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ebene:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ebene (Duits) in het Nederlands

Ebene:

Ebene [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ebene (Niveau; Stufe; Plan; )
    het niveau; de plan; de laag; het peil; de stand
    • niveau [het ~] zelfstandig naamwoord
    • plan [de ~] zelfstandig naamwoord
    • laag [de ~] zelfstandig naamwoord
    • peil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Ebene (Fläche; Feld)
    de vlak
    • vlak [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Ebene (Oberfläche; Bodenfläche; Fläche; Bodenoberfläche)
    het oppervlak; de oppervlakte
  4. die Ebene (Kavelung; Parzelle; Grundstück; )
    het gebied; het perceel; de kavel; het terrein; het bouwterrein
    • gebied [het ~] zelfstandig naamwoord
    • perceel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kavel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • terrein [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bouwterrein [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Ebene
    de vlakte
    • vlakte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. die Ebene
    de laag
    • laag [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Ebene (Dimensionsebene)
    het niveau; dimensieniveau

Vertaal Matrix voor Ebene:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bouwterrein Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten Baugelände; Baustelle
gebied Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten Bereich; Bezirk; Erweiterung; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Landstrich; Landstriche; Navigationsort; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone
kavel Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten
laag Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Belag; Schicht; Staffel; Staffelstellung
niveau Abriß; Dimensionsebene; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Ehre; Grad; Gradation; Name; Niveau; Rang; Ruf; Stellung
oppervlak Bodenfläche; Bodenoberfläche; Ebene; Fläche; Oberfläche
oppervlakte Bodenfläche; Bodenoberfläche; Ebene; Fläche; Oberfläche
peil Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Grad; Gradation; Niveau; Rang; Stellung
perceel Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten Gebäude; Haus; Häuser; Parzelle; Schoß
plan Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Absicht; Aktienkurs; Entschluß; Kurs; Notiz; Plan; Planung; Projekt; Vorhaben; Vorsatz
stand Abriß; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Skala; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz Ausstellungsstand; Bude; Gesellschaftsschicht; Haltung; Klasse; Körperhaltung; Position; Postur; Rang; Rangordnung; Schicht; Stand; Verkaufsbude
terrein Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Grundstück; Gut; Region; Revier; Territorium; Zone
vlak Ebene; Feld; Fläche
vlakte Ebene Flachland; Niederung
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laag alltäglich; banal; dürftig; einfach; falsch; fühllos; gehässig; gemein; gering; gängig; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; mies; niederträchtig; niedrig; nierderträchtig; platt; schamlos; schmählich; schofel; schuftig; schwach; schweinisch; schäbig; schändlich; tief; trivial; tückisch; verrucht; verächtlich; von niedrigem Niveau; winzig
vlak eben; egal; flach; gleich; horizontal; platt; waagerecht
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
dimensieniveau Dimensionsebene; Ebene
plan Plan

Synoniemen voor "Ebene":


Wiktionary: Ebene

Ebene
noun
  1. Bauwesen: Geschoss, Etage in einem Gebäude
  2. Geographie: lang ausgestreckte, flache, hügelfreie Landschaft unabhängig von ihrer Höhe über dem Meer
Ebene
noun
  1. zonder hoogte- en dieptepunten
  2. gebied met weinig of geen hoogteverschillen

Cross Translation:
FromToVia
Ebene vlakte plain — an expanse of land with relatively low relief
Ebene vlak plane — math: flat surface extending infinitely in all directions
Ebene vlak plane — level of existence
Ebene vlakte; vlak plaineplat campagne, grande étendue de terre dans un pays uni.