Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fußgestell:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fußgestell (Duits) in het Nederlands

Fußgestell:

Fußgestell [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Fußgestell (Untergestell; Gestell; Fahrgestell)
    de voet; het onderstel; de staander; de poot
    • voet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • onderstel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • staander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • poot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. Fußgestell (Chassis; Fahrgestell; Gestell)
    de chassis; het onderstel
    • chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • onderstel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. Fußgestell (Sockel; Gestell)
    de driepoot
    • driepoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fußgestell:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassis Chassis; Fahrgestell; Fußgestell; Gestell Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerüst; Gestell; Rahmen
driepoot Fußgestell; Gestell; Sockel
onderstel Chassis; Fahrgestell; Fußgestell; Gestell; Untergestell
poot Fahrgestell; Fußgestell; Gestell; Untergestell Hand; Homo; Homophile; Homosexuelle; Pfote; Schwule; Tunte
staander Fahrgestell; Fußgestell; Gestell; Untergestell
voet Fahrgestell; Fußgestell; Gestell; Untergestell Fuß; Fußknochen; Pfote