Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gatte:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gatte (Duits) in het Nederlands

Gatte:

Gatte [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gatte (Mann; Gemahl)
    de man; de echtgenoot; de gade; de eega
    • man [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • echtgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gade [de ~] zelfstandig naamwoord
    • eega [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Gatte (Ehegatte; Mann; Partner; Gemahl; Lebenspartner)
    de echtgenoot; de partner; de eega; de levensgezel; de levenspartner; de man
    • echtgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • partner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eega [de ~] zelfstandig naamwoord
    • levensgezel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • levenspartner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • man [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Gatte (Gattin; Frau; Weib; )
    de vrouw; de gade
    • vrouw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gade [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Gatte (männliche Person; Mann; Kumpel; )
    de man; de manspersoon; de vent; de kerel
    • man [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • manspersoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kerel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. der Gatte (Gattin; Frau; Ehehälfte; )
    de echtgenote

Vertaal Matrix voor Gatte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echtgenoot Ehegatte; Gatte; Gemahl; Lebenspartner; Mann; Partner
echtgenote Ehehälfte; Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Mann; Weib
eega Ehegatte; Gatte; Gemahl; Lebenspartner; Mann; Partner
gade Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Mann; Weib
kerel Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Kerl; Kumpel; Mann; Partner; Teilhaber; Weib; männliche Person Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann; Typ
levensgezel Ehegatte; Gatte; Gemahl; Lebenspartner; Mann; Partner Ehepartner; Lebensgefährte; Partner
levenspartner Ehegatte; Gatte; Gemahl; Lebenspartner; Mann; Partner Ehepartner; Lebensgefährte; Partner
man Ehegatte; Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Kerl; Kumpel; Lebenspartner; Mann; Partner; Teilhaber; Weib; männliche Person Bruder; Bursche; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann
manspersoon Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Kerl; Kumpel; Mann; Partner; Teilhaber; Weib; männliche Person
partner Ehegatte; Gatte; Gemahl; Lebenspartner; Mann; Partner Begleiter; Ehepartner; Freund; Gefährte; Genosse; Geschäftspartner; Geselle; Gesellin; Kamerad; Kompagnon; Komplize; Kumpel; Lebensgefährte; Macker; Mitinhaber; Mitkämpfer; Partner
vent Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Kerl; Kumpel; Mann; Partner; Teilhaber; Weib; männliche Person Bruder; Bursche; Geselle; Herr; Kerl; Kerlchen; Mann; Subjekt; Typ
vrouw Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Mann; Weib Frau; Frauenzimmer; Fräulein; Weib; Weibsbild
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
partner Partner

Synoniemen voor "Gatte":


Wiktionary: Gatte

Gatte
noun
  1. een mannelijke huwelijkspartner
  2. echtgenoot, echtgenote

Cross Translation:
FromToVia
Gatte echtgenoot; man husband — male partner in marriage
Gatte echtgenoot; eega; gade spouse — husband or wife
Gatte echtgenoot echtgenoot — een mannelijke huwelijkspartner
Gatte echtgenoot; man; gemaal mariépoux, celui qui unir à une autre personne par le lien conjugal.
Gatte echtgenoot; man; gemaal épouxconjoint ; mari.