Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Huf:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Huf (Duits) in het Nederlands

Huf:

Huf [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Huf (Hufeisen)
    de hoef; hoornschoen
    • hoef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoornschoen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Huf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoef Huf; Hufeisen
hoornschoen Huf; Hufeisen

Wiktionary: Huf

Huf
noun
  1. een overdekking van het uiteinde van de voet

Cross Translation:
FromToVia
Huf hoef hoof — tip of a toe of ungulates