Duits

Uitgebreide vertaling voor Intelligenz (Duits) in het Nederlands

Intelligenz:

Intelligenz [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Intelligenz (Intellekt; Genie; Scharfsinn)
    de intelligentie; het verstand; het intellect; het vernuft; de brille; de genie
    • intelligentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • verstand [het ~] zelfstandig naamwoord
    • intellect [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vernuft [het ~] zelfstandig naamwoord
    • brille [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • genie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. die Intelligenz (Gescheitheit; Fähigkeit; Klugheit; Geschicklichkeit)
    de schoonheid; de knapheid
  3. die Intelligenz (Verständnis; Pfiffigkeit; Klugheit)
    de schranderheid; de pienterheid; de slimheid; de intelligentie
  4. die Intelligenz (Verstand; Begriffsvermögen; Klugheit; Intellekt)
    het verstand; de hersens; het brein; de intelligentie
    • verstand [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hersens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • brein [het ~] zelfstandig naamwoord
    • intelligentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. die Intelligenz (Verstand; Denkvermögen; Geistesvermögen)
    het geestvermogen; het intellect; het verstand; de denkvermogen; de rede; verstandelijk vermogen

Vertaal Matrix voor Intelligenz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brein Begriffsvermögen; Intellekt; Intelligenz; Klugheit; Verstand Bewußtsein; Denkvermögen; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Gehirn; Geist; Intellekt; Vernunft; Verstand
brille Genie; Intellekt; Intelligenz; Scharfsinn
denkvermogen Denkvermögen; Geistesvermögen; Intelligenz; Verstand Denkvermögen; Gehirn; Geist; Intellekt; Vernunft; Verstand
geestvermogen Denkvermögen; Geistesvermögen; Intelligenz; Verstand
genie Genie; Intellekt; Intelligenz; Scharfsinn Genie; Pionierkorps; besonders heller Kopf; genialer Kopf
hersens Begriffsvermögen; Intellekt; Intelligenz; Klugheit; Verstand Denkvermögen; Gehirn; Gehirnkasten; Geist; Intellekt; Kopf; Schädel; Vernunft; Verstand
intellect Denkvermögen; Geistesvermögen; Genie; Intellekt; Intelligenz; Scharfsinn; Verstand
intelligentie Begriffsvermögen; Genie; Intellekt; Intelligenz; Klugheit; Pfiffigkeit; Scharfsinn; Verstand; Verständnis
knapheid Fähigkeit; Gescheitheit; Geschicklichkeit; Intelligenz; Klugheit
pienterheid Intelligenz; Klugheit; Pfiffigkeit; Verständnis
rede Denkvermögen; Geistesvermögen; Intelligenz; Verstand Ansprache; Bewußtsein; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Konzert; Lesung; Rede; Verstand
schoonheid Fähigkeit; Gescheitheit; Geschicklichkeit; Intelligenz; Klugheit Hübschheit; Pracht; Schönheit
schranderheid Intelligenz; Klugheit; Pfiffigkeit; Verständnis Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Intellekt; Klugheit; Scharfsichtigkeit; Scharfsinn; Scharfsinnigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schlauigkeit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Spürsinn; Verschlagenheit; Verstand
slimheid Intelligenz; Klugheit; Pfiffigkeit; Verständnis Dreistigkeit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Kniff; List; Pfiffigkeit; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Trick; Witzigkeit
vernuft Genie; Intellekt; Intelligenz; Scharfsinn Ader; Begabtheit; Begabung; Denkvermögen; Erfindungsgabe; Erfindungsgeist; Fähigkeit; Gabe; Gehirn; Geist; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Intellekt; Kapazität; Kreativität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Schaffenskraft; Scharfsinn; Talent; Veranlagung; Vernunft; Verstand
verstand Begriffsvermögen; Denkvermögen; Geistesvermögen; Genie; Intellekt; Intelligenz; Klugheit; Scharfsinn; Verstand Bewußtsein; Denkvermögen; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Gehirn; Geist; Intellekt; Vernunft; Verstand
verstandelijk vermogen Denkvermögen; Geistesvermögen; Intelligenz; Verstand

Synoniemen voor "Intelligenz":


Wiktionary: Intelligenz

Intelligenz
noun
  1. nur Singular: eine besondere geistige Fähigkeit; Klugheit

Cross Translation:
FromToVia
Intelligenz intelligentie intelligence — capacity of mind
Intelligenz intelligentsia intelligentsia — Intellectual élite
Intelligenz brein; hersenen; hersens cervelle — anatomie|fr Nom vulgaire du cerveau, surtout chez l’homme.
Intelligenz intelligentie; snuggerheid; geheime afspraak; bevattingsvermogen; knapheid intelligencefaculté de comprendre, de ne pas se méprendre sur le sens des mots, la nature des choses et la signification des faits.