Klarheit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Klarheit:
- helderheid; duidelijkheid; begrijpelijkheid; klaarheid; luciditeit; puurheid; verstaanbaarheid; klankhelderheid
Wiktionary:
- Klarheit → helderheid, klaarheid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Klarheit (Duits) in het Nederlands

die Klarheit (Begreiflichkeit; Deutlichkeit)
de helderheid; de duidelijkheid; de begrijpelijkheid; de klaarheid
- helderheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- duidelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- begrijpelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- klaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Klarheit (Luzidität)
de luciditeit
- luciditeit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Klarheit (Reinheit; Sauberkeit)
de puurheid
- puurheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Klarheit (Verständlichkeit; Deutlichkeit; Vernehmlichkeit)
de verstaanbaarheid
- verstaanbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Klarheit (Helligkeit)
klankhelderheid
- klankhelderheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
begrijpelijkheid	Begreiflichkeit; Deutlichkeit; Klarheit
duidelijkheid	Begreiflichkeit; Deutlichkeit; Klarheit
helderheid	Begreiflichkeit; Deutlichkeit; Klarheit	Helle; Helligkeit; Leuchtdichte
klaarheid	Begreiflichkeit; Deutlichkeit; Klarheit	Helle; Helligkeit
klankhelderheid	Helligkeit; Klarheit
luciditeit	Klarheit; Luzidität
puurheid	Klarheit; Reinheit; Sauberkeit
verstaanbaarheid	Deutlichkeit; Klarheit; Vernehmlichkeit; Verständlichkeit

Cross Translation:

From	To	Via
• Klarheit	→ helderheid; klaarheid	↔ clarity — the state or measure of being clear