Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Komplize:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Komplize (Duits) in het Nederlands

Komplize:

Komplize [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Komplize (Handlanger; Trabant; Gehilfe)
    de handlanger; de trawant
    • handlanger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • trawant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Komplize (Mitkämpfer; Partner; Genosse)
    de medestrijder; de partner; de bondgenoot; de medestander

Vertaal Matrix voor Komplize:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bondgenoot Genosse; Komplize; Mitkämpfer; Partner Bundesgenosse; Verbündete
handlanger Gehilfe; Handlanger; Komplize; Trabant Bundgenosse
medestander Genosse; Komplize; Mitkämpfer; Partner Bundesgenosse; Mitstreiter; Parteigänger; Verbündete
medestrijder Genosse; Komplize; Mitkämpfer; Partner Kampfgefährte
partner Genosse; Komplize; Mitkämpfer; Partner Begleiter; Ehegatte; Ehepartner; Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Genosse; Geschäftspartner; Geselle; Gesellin; Kamerad; Kompagnon; Kumpel; Lebensgefährte; Lebenspartner; Macker; Mann; Mitinhaber; Partner
trawant Gehilfe; Handlanger; Komplize; Trabant
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
partner Partner

Synoniemen voor "Komplize":


Wiktionary: Komplize

Komplize
noun
  1. an einer Straftat Beteiligter

Cross Translation:
FromToVia
Komplize handlanger; medeplichtige accomplice — an associate in the commission of a crime