Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Lagerplatz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lagerplatz (Duits) in het Nederlands

Lagerplatz:

Lagerplatz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Lagerplatz (Lager; Kamp)
    het lager; het hazenleger; het leger
    • lager [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hazenleger [het ~] zelfstandig naamwoord
    • leger [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Lagerplatz (Lagerraum)
    de opslagruimte
  3. der Lagerplatz (Lager; Warenhaus; Kaufhaus; )
    het warenhuis; de depot; het pakhuis; de opslagruimte; de voorraadschuur; de opslagplaats; de bergplaats
  4. der Lagerplatz (Kamp; Lager)
    de legerplaats
  5. der Lagerplatz
    de locatie
    • locatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lagerplatz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bergplaats Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager Bergdorf
depot Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager Ablagerung; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Überbleibsel
hazenleger Kamp; Lager; Lagerplatz Hasenlager
lager Kamp; Lager; Lagerplatz mechanische Lager
leger Kamp; Lager; Lagerplatz Armee; Heer; Heeresmacht; Kriegsmacht; Käfig; Landmacht; Landtruppen; Militär; Streitmacht; Verschlag
legerplaats Kamp; Lager; Lagerplatz
locatie Lagerplatz Aufenthaltsort; Drehort; Lokation; Ort; Ortung; Platz; Standort; Stelle
opslagplaats Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager Lager; Lagerpaltz
opslagruimte Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager
pakhuis Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager
voorraadschuur Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager
warenhuis Deponie; Depot; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Magazin; Niederlage; Sammelplatz; Speicher; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager Kaufhaus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leger militär; militärisch

Wiktionary: Lagerplatz


Cross Translation:
FromToVia
Lagerplatz bouwplaats chantierlieu où l’on ranger, où l’on entasse des piles de gros bois à brûler, de bois de charpente, ou de charronnage.