Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Leim:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Leim (Duits) in het Nederlands

Leim:

Leim [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Leim
    de lijm; de kleefstof; de kit; de plak; het plaksel
    • lijm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kleefstof [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kit [de ~] zelfstandig naamwoord
    • plak [de ~] zelfstandig naamwoord
    • plaksel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Leim:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kit Leim Kohleneimer; Kohlenkasten
kleefstof Leim
lijm Leim
plak Leim Bund; Bündel; Kostüm; Kästchen; Medaille; Orden; Paket; Postpaket; Päckchen; Riegel; Stange; Stück; Tafel
plaksel Leim
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kit Bausatz; Bausatzartikel; Kit

Synoniemen voor "Leim":


Wiktionary: Leim

Leim
noun
  1. tussenstof die twee of meer delen permanent aan elkaar bevestigt

Cross Translation:
FromToVia
Leim lijm glue — sticky adhesive substance

Verwante vertalingen van Leim