Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Leinentücher:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Leinentücher (Duits) in het Nederlands

Leinentücher:

Leinentücher [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Leinentücher (Bettlaken; Bettwäsche; Bettlinnen; )
    het laken; het beddenlaken; het linnen; de lakens
    • laken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • beddenlaken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • linnen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lakens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Leinentücher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beddenlaken Bettlaken; Bettlinnen; Bettwäsche; Leinen; Leinentücher; Leinenwäsche; Linnen; Weißwäsche
laken Bettlaken; Bettlinnen; Bettwäsche; Leinen; Leinentücher; Leinenwäsche; Linnen; Weißwäsche Tischdecke; Tischtuch; Tischtücher; Tuch; aus Wolle bestehndes Gewebe
lakens Bettlaken; Bettlinnen; Bettwäsche; Leinen; Leinentücher; Leinenwäsche; Linnen; Weißwäsche Bettwäsche; Bettzeug
linnen Bettlaken; Bettlinnen; Bettwäsche; Leinen; Leinentücher; Leinenwäsche; Linnen; Weißwäsche Bettlaken; Bettleinen; Bettwäsche; Leinen; Leinenwäsche; Leinwand; Leinwände; Malerleinwand; Weißwäsche; Wäsche
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laken bestrafen; blamieren; entgegenhalten; entnehmen; ermahnen; fortführen; fortschaffen; hinhalten; hinterhertragen; jemandem etwas nachtragen; nachtragen; nachtragend sein; rügen; schelten; schätzen; tadeln; verketzern; verleumden; verteufeln; verweisen; vorhalten; vorrücken; vorwerfen; wegschaffen; zurechtweisen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lakens aus Tuch; tüchern
linnen aus Leinen