Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Personenwagen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Personenwagen (Duits) in het Nederlands

Personenwagen:

Personenwagen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Personenwagen (Auto; Fahrzeug; Wagen)
    de auto; de wagen; het vehikel; de kar
    • auto [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vehikel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kar [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Personenwagen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auto Auto; Fahrzeug; Personenwagen; Wagen
kar Auto; Fahrzeug; Personenwagen; Wagen Fuhrwerk; Gefährt; Handwagen; Karre; Karren; Schüssel; Vehikel; Wagen; Zugmaschine
vehikel Auto; Fahrzeug; Personenwagen; Wagen Fuhrwerk; Gefährt; Karren; Vehikel; Wagen; Zugmaschine
wagen Auto; Fahrzeug; Personenwagen; Wagen Fuhrwerk; Gefährt; Karren; Mut haben; Pferdewagen; Vehikel; Wagen; Zugmaschine; sich Getrauen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wagen riskieren; sich getrauen; sich trauen; sich wagen; wagen

Synoniemen voor "Personenwagen":