Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Reis:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Reis (Duits) in het Nederlands

Reis:

Reis [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Reis
    de rijst
    • rijst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Reis [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Reis (junger Zweig)
    de loot; de twijg; het takje
    • loot [de ~] zelfstandig naamwoord
    • twijg [de ~] zelfstandig naamwoord
    • takje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Reis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loot Reis; junger Zweig Schößling; Sproß; Sprößling; Trieb
rijst Reis
takje Reis; junger Zweig
twijg Reis; junger Zweig

Synoniemen voor "Reis":


Wiktionary: Reis

Reis
  1. weißes, gekocht gegessenes Getreide

Cross Translation:
FromToVia
Reis rijst rice — plants
Reis rijst rice — seeds used as food
Reis scheut scion — (detached) shoot or twig
Reis rijst riz — Plante et grain (sauf mention contraire)

Verwante vertalingen van Reis