Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Rumpf:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rumpf (Duits) in het Nederlands

Rumpf:

Rumpf [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rumpf (Korpus; Körper)
    het lichaam; menselijk lichaam
  2. der Rumpf (Torso)
    de romp
    • romp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Rumpf (Brustkorb; Thorax)
    de thorax; de tors; de borstkas; de ribbenkast
    • thorax [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tors [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • borstkas [de ~] zelfstandig naamwoord
    • ribbenkast [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rumpf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borstkas Brustkorb; Rumpf; Thorax
lichaam Korpus; Körper; Rumpf Amt; Anatomie; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Körper; Leib; Stelle
menselijk lichaam Korpus; Körper; Rumpf
ribbenkast Brustkorb; Rumpf; Thorax Brustkorb
romp Rumpf; Torso
thorax Brustkorb; Rumpf; Thorax
tors Brustkorb; Rumpf; Thorax

Synoniemen voor "Rumpf":


Wiktionary: Rumpf

Rumpf
noun
  1. het gedeelte van een vliegtuig zonder vleugels en stabilo

Cross Translation:
FromToVia
Rumpf carrosserie; hoofddeel body — largest or most important part of anything (e.g. car bodywork)
Rumpf lijf; corpus body — torso
Rumpf scheepsromp; casco hull — frame of a ship or plane
Rumpf torso; romp torso — body excluding the head and limbs
Rumpf dop; schaal; schil; schors coqueenveloppe extérieure de l’œuf.
Rumpf romp; tors; torso torse — Tronc, corps sans tête et sans membres.