Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schnuller:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schnuller (Duits) in het Nederlands

Schnuller:

Schnuller [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schnuller (Nuckel; Sauger)
    de speen; de fopspeen
    • speen [de ~] zelfstandig naamwoord
    • fopspeen [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schnuller
    de spenen; de fopspenen
    • spenen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • fopspenen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. der Schnuller (Sauger; Nuckel)
    de trooster
    • trooster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schnuller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fopspeen Nuckel; Sauger; Schnuller
fopspenen Schnuller
speen Nuckel; Sauger; Schnuller
spenen Schnuller
trooster Nuckel; Sauger; Schnuller

Synoniemen voor "Schnuller":


Wiktionary: Schnuller


Cross Translation:
FromToVia
Schnuller speen; fopspeen dummy — a pacifier
Schnuller fopspeen; speen pacifier — for a baby
Schnuller fopspeen tétine — Succédané de biberon