Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schreibtisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schreibtisch (Duits) in het Nederlands

Schreibtisch:

Schreibtisch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schreibtisch (Büro; Pult; Arbeitstisch)
    het bureau; de schrijftafel; de lessenaar; het schrijfbureau
  2. der Schreibtisch
    het bureau; bureaumeubel

Vertaal Matrix voor Schreibtisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bureau Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch
bureaumeubel Schreibtisch
lessenaar Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch Pult; kleiner Schreibtisch
schrijfbureau Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch
schrijftafel Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch

Synoniemen voor "Schreibtisch":


Wiktionary: Schreibtisch

Schreibtisch
noun
  1. Tisch zum Schreiben, meist mit Schubfach zur Aufbewahrung von Schreibmaterialien und Akten
Schreibtisch
noun
  1. een werkmeubel voor administratief- en studiewerk
  2. een werkmeubel voor administratief- en studiewerk.

Cross Translation:
FromToVia
Schreibtisch bureel; bureau bureau — desk
Schreibtisch bureel buro — desk
Schreibtisch bureau; schrijftafel; schrijfberd desk — table for writing and reading

Verwante vertalingen van Schreibtisch