Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Schwerpunkt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schwerpunkt (Duits) in het Nederlands

Schwerpunkt:

Schwerpunkt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schwerpunkt
    het aandachtspunt
  2. der Schwerpunkt
    het zwaartepunt
  3. der Schwerpunkt (Betonung; Akzent; Nachdruck; Hauptton)
    de nadruk; het accent; de hoofdtoon; de klemtoon
    • nadruk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • accent [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofdtoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klemtoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Schwerpunkt (Mittelpunkt; Zentrum)
    het kernpunt
    • kernpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Schwerpunkt (Nachdruck; Betonung)
    de benadrukking

Vertaal Matrix voor Schwerpunkt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandachtspunt Schwerpunkt
accent Akzent; Betonung; Hauptton; Nachdruck; Schwerpunkt Akzent; Dialekt; Mundart
benadrukking Betonung; Nachdruck; Schwerpunkt
hoofdtoon Akzent; Betonung; Hauptton; Nachdruck; Schwerpunkt
kernpunt Mittelpunkt; Schwerpunkt; Zentrum
klemtoon Akzent; Betonung; Hauptton; Nachdruck; Schwerpunkt
nadruk Akzent; Betonung; Hauptton; Nachdruck; Schwerpunkt
zwaartepunt Schwerpunkt

Synoniemen voor "Schwerpunkt":


Wiktionary: Schwerpunkt

Schwerpunkt
noun
  1. een onderwerp dat bijzondere aandacht verdient of krijgt