Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stöße (Duits) in het Nederlands

Stöße:

Stöße [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Stöße
    het stoten; het duwen; het stompen
    • stoten [het ~] zelfstandig naamwoord
    • duwen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stompen [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Stöße (Windstöße; Windstoß)
    de vlagen; de windstoten; de windvlagen
    • vlagen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • windstoten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • windvlagen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Stöße [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stöße (Zusammenstösse)
    de botsingen; de aanrijdingen
  2. der Stöße (Schwimmschläge)
    de zwemslagen

Vertaal Matrix voor Stöße:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanrijdingen Stöße; Zusammenstösse
botsingen Stöße; Zusammenstösse
duwen Stöße
stompen Stöße Beinstümpfe
stoten Stöße
vlagen Stöße; Windstoß; Windstöße
windstoten Stöße; Windstoß; Windstöße
windvlagen Stöße; Windstoß; Windstöße
zwemslagen Schwimmschläge; Stöße
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duwen dringen; drücken; fortdrücken; fortschieben; schieben; vor sich her schieben; vor sich hertreiben; vorschieben; vorwärts treiben
stompen knuffen; puffen; stoßen
stoten anstoßen; aufrütteln; schieben; schütteln; stoßen; stupsen; wackeln