Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Transit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Transit (Duits) in het Nederlands

Transit:

Transit [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Transit (Durchfuhr; Durchführung)
    de doorvoer; het transito
    • doorvoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • transito [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Transit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorvoer Durchfuhr; Durchführung; Transit Durchgangsverkehr; Durchsatz
transito Durchfuhr; Durchführung; Transit Zollgutversand

Wiktionary: Transit


Cross Translation:
FromToVia
Transit doortocht transit — The act of passing over, across, or through something