Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Urteilssprüche:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Urteilssprüche (Duits) in het Nederlands

Urteilssprüche:

Urteilssprüche [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Urteilssprüche (Aburteilen; Aburteilung)
    berechten

Urteilssprüche [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Urteilssprüche
    de vonnissen; oordeelvellingen

Vertaal Matrix voor Urteilssprüche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berechten Aburteilen; Aburteilung; Urteilssprüche
oordeelvellingen Urteilssprüche
vonnissen Urteilssprüche
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berechten das Urteil sprechen; verfolgen; verurteilen
vonnissen aburteilen; das Urteil sprechen; verurteilen