Duits

Uitgebreide vertaling voor Zusammenklang (Duits) in het Nederlands

Zusammenklang:

Zusammenklang [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zusammenklang (Ausgeglichenheit; Balance; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie)
    het evenwicht; de balans; de harmonie
    • evenwicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • balans [de ~] zelfstandig naamwoord
    • harmonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. der Zusammenklang (Harmonie; Einmütigkeit)
    de samenklank; de harmonie

Vertaal Matrix voor Zusammenklang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balans Ausgeglichenheit; Balance; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie; Zusammenklang Bilanz; Jahresabschluß; Waage
evenwicht Ausgeglichenheit; Balance; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie; Zusammenklang
harmonie Ausgeglichenheit; Balance; Einmütigkeit; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie; Zusammenklang Band; Blaskapelle; Einhelligkeit; Einigkeit; Einmütigkeit; Einstimmigkeit; Eintracht; Einverständnis; Fanfare; Geschlossenheit; Gleichförmigkeit; Harmonie; Solidarität; Spielmannszug; Verträglichkeit; Übereinstimming
samenklank Einmütigkeit; Harmonie; Zusammenklang

Synoniemen voor "Zusammenklang":