Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. auf frischer Tat:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor auf frischer Tat (Duits) in het Nederlands

auf frischer Tat:

auf frischer Tat bijvoeglijk naamwoord

  1. auf frischer Tat (offensichtlich; klar; sicher; )
    flagrant; op heterdaad

Vertaal Matrix voor auf frischer Tat:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flagrant auf frischer Tat; deutlich; eindeutig; erkennbar; glashell; klar; offenkundig; offensichtlich; sicher; sichtbar; sonnenklar anschaulich; aufschlußreich; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deutlich; eindeutig; einleuchtend; erkennbar; glashell; gläsern; klar; offensichtlich; sicher; sichtbar; sonnenklar; vernehmbar; vernehmlich; verständlich; übersichtlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
op heterdaad auf frischer Tat; deutlich; eindeutig; erkennbar; glashell; klar; offenkundig; offensichtlich; sicher; sichtbar; sonnenklar

Synoniemen voor "auf frischer Tat":

  • in flagranti

Wiktionary: auf frischer Tat


Cross Translation:
FromToVia
auf frischer Tat op heterdaad red-handed — in the act of wrongdoing

Verwante vertalingen van auf frischer Tat