Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- beabsichtigt:
- beabsichtigen:
-
Wiktionary:
- beabsichtigen → bedoelen, voornemen
- beabsichtigen → voornemens
- beabsichtigen → van plan zijn, willen, bedoelen, willen zeggen
Duits
Uitgebreide vertaling voor beabsichtigt (Duits) in het Nederlands
beabsichtigt:
-
beabsichtigt (vorgenommen; bezweckt; geplant)
-
beabsichtigt (angehend; zukünftig; nächst; geplant; zustehend)
toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige; aanstaand-
toekomstig bijvoeglijk naamwoord
-
aankomend bijvoeglijk naamwoord
-
toekomend bijvoeglijk naamwoord
-
toekomstige bijvoeglijk naamwoord
-
aanstaand bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor beabsichtigt:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| aankomend | angehend; beabsichtigt; geplant; nächst; zukünftig; zustehend | |
| aanstaand | angehend; beabsichtigt; geplant; nächst; zukünftig; zustehend | |
| toekomend | angehend; beabsichtigt; geplant; nächst; zukünftig; zustehend | |
| toekomstig | angehend; beabsichtigt; geplant; nächst; zukünftig; zustehend | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| beoogd | beabsichtigt; bezweckt; geplant; vorgenommen | vorgeschlagen; vorgestellt |
| toekomstige | angehend; beabsichtigt; geplant; nächst; zukünftig; zustehend | |
| voorgenomen | beabsichtigt; bezweckt; geplant; vorgenommen |
Synoniemen voor "beabsichtigt":
beabsichtigt vorm van beabsichtigen:
beabsichtigen werkwoord (beabsichtige, beabsichtigst, beabsichtigt, beabsichtigte, beabsichtigtet, beabsichtigt)
Conjugations for beabsichtigen:
Präsens
- beabsichtige
- beabsichtigst
- beabsichtigt
- beabsichtigen
- beabsichtigt
- beabsichtigen
Imperfekt
- beabsichtigte
- beabsichtigtest
- beabsichtigte
- beabsichtigten
- beabsichtigtet
- beabsichtigten
Perfekt
- habe beabsichtigt
- hast beabsichtigt
- hat beabsichtigt
- haben beabsichtigt
- habt beabsichtigt
- haben beabsichtigt
1. Konjunktiv [1]
- beabsichtige
- beabsichtigest
- beabsichtige
- beabsichtigen
- beabsichtiget
- beabsichtigen
2. Konjunktiv
- beabsichtigte
- beabsichtigtest
- beabsichtigte
- beabsichtigten
- beabsichtigtet
- beabsichtigten
Futur 1
- werde beabsichtigen
- wirst beabsichtigen
- wird beabsichtigen
- werden beabsichtigen
- werdet beabsichtigen
- werden beabsichtigen
1. Konjunktiv [2]
- würde beabsichtigen
- würdest beabsichtigen
- würde beabsichtigen
- würden beabsichtigen
- würdet beabsichtigen
- würden beabsichtigen
Diverses
- beabsichtig!
- beabsichtigt!
- beabsichtigen Sie!
- beabsichtigt
- beabsichtigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor beabsichtigen:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| aansturen op | Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben | |
| beogen | Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben | |
| voornemen | Absicht; Endzweck; Entschluß; Intention; Plan; Vorhaben; Vorsatz; Ziel; Zweck | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| aansturen op | beabsichtigen; bezwecken | ansteuern; zuhalten auf |
| bedoelen | annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben | |
| beogen | annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben | |
| doel beogen | beabsichtigen; bezwecken | |
| ergens iets mee willen zeggen | beabsichtigen; bezwecken | |
| ten doel hebben | annehmen; anstreben; beabsichtigen; bezwecken; der Meinung sein; erstreben | |
| viseren | beabsichtigen; bezwecken | |
| voornemen | beabsichtigen; vornehmen |
Synoniemen voor "beabsichtigen":
Wiktionary: beabsichtigen
beabsichtigen
Cross Translation:
verb
-
iets met een bepaald oogmerk doen
-
van plan zijn iets te gaan doen
-
voornemens zijn
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • beabsichtigen | → van plan zijn; willen | ↔ mean — to intend; plan on doing |
| • beabsichtigen | → bedoelen; willen zeggen | ↔ mean — to signify |
| • beabsichtigen | → van plan zijn | ↔ purpose — have set as one's purpose; intend |