Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. betasten:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor betasten (Duits) in het Nederlands

betasten:

betasten werkwoord (betaste, betastest, betastet, betastete, betastetet, betastet)

  1. betasten (fühlen; anfassen; tasten; abtasten; befühlen)
    betasten; voelen; bevoelen
    • betasten werkwoord (betast, betastte, betastten, betast)
    • voelen werkwoord (voel, voelt, voelde, voelden, gevoeld)
    • bevoelen werkwoord (bevoel, bevoelt, bevoelde, bevoelden, bevoeld)

Conjugations for betasten:

Präsens
  1. betaste
  2. betastest
  3. betastet
  4. betasten
  5. betastet
  6. betasten
Imperfekt
  1. betastete
  2. betastetest
  3. betastete
  4. betasteten
  5. betastetet
  6. betasteten
Perfekt
  1. habe betastet
  2. hast betastet
  3. hat betastet
  4. haben betastet
  5. habt betastet
  6. haben betastet
1. Konjunktiv [1]
  1. betaste
  2. betastest
  3. betaste
  4. betasten
  5. betastet
  6. betasten
2. Konjunktiv
  1. betastete
  2. betastetest
  3. betastete
  4. betasteten
  5. betastetet
  6. betasteten
Futur 1
  1. werde betasten
  2. wirst betasten
  3. wird betasten
  4. werden betasten
  5. werdet betasten
  6. werden betasten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde betasten
  2. würdest betasten
  3. würde betasten
  4. würden betasten
  5. würdet betasten
  6. würden betasten
Diverses
  1. betast!
  2. betastet!
  3. betasten Sie!
  4. betastet
  5. betastend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor betasten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voelen Abtasten; Anfühlen; Fühlen; Tasten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betasten abtasten; anfassen; befühlen; betasten; fühlen; tasten
bevoelen abtasten; anfassen; befühlen; betasten; fühlen; tasten abtasten
voelen abtasten; anfassen; befühlen; betasten; fühlen; tasten abtasten; anrühren; befühlen; bemerken; beobachten; berühren; durchmachen; einfühlen; einleben; entdecken; erfahren; erkennen; erleben; feststellen; fühlen; merken; mitleben; sehen; spüren; tasten; wahrnehmen

Synoniemen voor "betasten":


Wiktionary: betasten


Cross Translation:
FromToVia
betasten tasten; betasten; voelen; bevoelen palper — Traductions à trier suivant le sens
betasten voelen; gewaarworden; aanvoelen; gevoelen; tasten; betasten; bevoelen; geuren; rieken; ruiken sentir — Traductions à trier suivant le sens
betasten tasten; betasten; voelen; bevoelen; peuteren; pulken; vingeren tâtertoucher, manier doucement une chose, pour savoir si elle est dure ou molle, sec ou humide, froide ou chaude, etc.