Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. charakterisieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor charakterisieren (Duits) in het Nederlands

charakterisieren:

charakterisieren werkwoord (charakterisiere, charakterisierst, charakterisiert, charakterisierte, charakterisiertet, charakterisiert)

  1. charakterisieren (kennzeichnen; bezeichnen)
    karakteriseren; kenmerken; tekenen; typeren; kenschetsen
    • karakteriseren werkwoord (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)
    • kenmerken werkwoord (kenmerk, kenmerkt, kenmerkte, kenmerkten, gekenmerkt)
    • tekenen werkwoord (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)
    • typeren werkwoord (typeer, typeert, typeerde, typeerden, getypeerd)
    • kenschetsen werkwoord (kenschets, kenschetst, kenschetste, kenschetsten, gekenschetst)
  2. charakterisieren (kennzeichnen; markieren; beschreiben; bezeichnen)
    karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren
    • karakteriseren werkwoord (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)
    • kenmerken werkwoord (kenmerk, kenmerkt, kenmerkte, kenmerkten, gekenmerkt)
    • kenschetsen werkwoord (kenschets, kenschetst, kenschetste, kenschetsten, gekenschetst)
    • typeren werkwoord (typeer, typeert, typeerde, typeerden, getypeerd)

Conjugations for charakterisieren:

Präsens
  1. charakterisiere
  2. charakterisierst
  3. charakterisiert
  4. charakterisieren
  5. charakterisiert
  6. charakterisieren
Imperfekt
  1. charakterisierte
  2. charakterisiertest
  3. charakterisierte
  4. charakterisierten
  5. charakterisiertet
  6. charakterisierten
Perfekt
  1. habe charakterisiert
  2. hast charakterisiert
  3. hat charakterisiert
  4. haben charakterisiert
  5. habt charakterisiert
  6. haben charakterisiert
1. Konjunktiv [1]
  1. charakterisiere
  2. charakterisierest
  3. charakterisiere
  4. charakterisieren
  5. charakterisieret
  6. charakterisieren
2. Konjunktiv
  1. charakterisierte
  2. charakterisiertest
  3. charakterisierte
  4. charakterisierten
  5. charakterisiertet
  6. charakterisierten
Futur 1
  1. werde charakterisieren
  2. wirst charakterisieren
  3. wird charakterisieren
  4. werden charakterisieren
  5. werdet charakterisieren
  6. werden charakterisieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde charakterisieren
  2. würdest charakterisieren
  3. würde charakterisieren
  4. würden charakterisieren
  5. würdet charakterisieren
  6. würden charakterisieren
Diverses
  1. charakterisier!
  2. charakterisiert!
  3. charakterisieren Sie!
  4. charakterisiert
  5. charakterisierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor charakterisieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
karakteriseren beschreiben; bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen; markieren
kenmerken beschreiben; bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen; markieren
kenschetsen beschreiben; bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen; markieren
tekenen bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen abbilden; abzeichnen; darstellen; malen; paraphieren; portrettieren; signieren; unterschreiben; unterzeichnen; zeichnen
typeren beschreiben; bezeichnen; charakterisieren; kennzeichnen; markieren

Synoniemen voor "charakterisieren":


Wiktionary: charakterisieren

charakterisieren
verb
  1. ‚etwas charakterisiert jemanden:‘ für jemanden typisch, kennzeichnend sein

Cross Translation:
FromToVia
charakterisieren identificeren; vereenzelvigen; onderkennen; onderscheiden; onderscheid maken tussen identifier — didactique|fr comprendre deux choses sous une même idée.