Duits

Uitgebreide vertaling voor debattieren (Duits) in het Nederlands

debattieren:

debattieren werkwoord (debattiere, debattierst, debattiert, debattierte, debattiertet, debattiert)

  1. debattieren (diskutieren)
    discussiëren; debatteren
  2. debattieren (besprechen; durchsprechen; diskutieren; )
    bespreken; bediscussiëren; doorspreken; praten over; bepraten; doorpraten
    • bespreken werkwoord (bespreek, bespreekt, besprak, bespraken, besproken)
    • bediscussiëren werkwoord
    • doorspreken werkwoord (spreek door, spreekt door, sprak door, spraken door, doorgesproken)
    • praten over werkwoord
    • bepraten werkwoord (bepraat, bepraatte, bepraatten, bepraat)
    • doorpraten werkwoord (praat door, praatte door, praatten door, doorgepraat)
  3. debattieren (streiten; sichzanken; argumentieren)
    twisten; disputeren; argumenteren; redetwisten
    • twisten werkwoord (twist, twistte, twistten, getwist)
    • disputeren werkwoord (disputeer, disputeert, disputeerde, disputeerden, gedisputeerd)
    • argumenteren werkwoord (argumenteer, argumenteert, argumenteerde, argumenteerden, geargumenteerd)
    • redetwisten werkwoord (redetwist, redetwistte, redetwistten, geredetwist)

Conjugations for debattieren:

Präsens
  1. debattiere
  2. debattierst
  3. debattiert
  4. debattieren
  5. debattiert
  6. debattieren
Imperfekt
  1. debattierte
  2. debattiertest
  3. debattierte
  4. debattierten
  5. debattiertet
  6. debattierten
Perfekt
  1. habe debattiert
  2. hast debattiert
  3. hat debattiert
  4. haben debattiert
  5. habt debattiert
  6. haben debattiert
1. Konjunktiv [1]
  1. debattiere
  2. debattierest
  3. debattiere
  4. debattieren
  5. debattieret
  6. debattieren
2. Konjunktiv
  1. debattierte
  2. debattiertest
  3. debattierte
  4. debattierten
  5. debattiertet
  6. debattierten
Futur 1
  1. werde debattieren
  2. wirst debattieren
  3. wird debattieren
  4. werden debattieren
  5. werdet debattieren
  6. werden debattieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde debattieren
  2. würdest debattieren
  3. würde debattieren
  4. würden debattieren
  5. würdet debattieren
  6. würden debattieren
Diverses
  1. debattier!
  2. debattiert!
  3. debattieren Sie!
  4. debattiert
  5. debattierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor debattieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespreken Besprechen; Sprechen über
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argumenteren argumentieren; debattieren; sichzanken; streiten argumentieren; auseinandersetzen; ausführlich erörtern; begründen; bereden; besprechen; darlegen
bediscussiëren ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern
bepraten ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern
bespreken ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern ein Reis buchen; ein Reis reservieren
debatteren debattieren; diskutieren
discussiëren debattieren; diskutieren
disputeren argumentieren; debattieren; sichzanken; streiten
doorpraten ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern weiterreden; weitersprechen
doorspreken ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern beraten; bereden; durchdiskutieren; durchsprechen; konsultieren
praten over ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern
redetwisten argumentieren; debattieren; sichzanken; streiten
twisten argumentieren; debattieren; sichzanken; streiten keifen; schelten; schimpfen; sich sanken; sich streiten; sichstreiten; sichzanken; streiten; wiederholt krümmen; zanken

Synoniemen voor "debattieren":


Wiktionary: debattieren


Cross Translation:
FromToVia
debattieren bespreken; uitpraten; debatteren debate — participate in a debate
debattieren discussiëren; overleggen; debatteren; bepraten; bediscussiëren; bespreken discuss — to converse or debate concerning a particular topic