Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal eindicken

Vertaal eindicken van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. eindicken:

Duits

Uitgebreide vertaling voor eindicken (Duits) in het Nederlands

eindicken:

eindicken werkwoord (dicke ein, dickst ein, dickt ein, dickte ein, dicktet ein, eingedickt)

  1. eindicken (verdicken; einkochen)
    geconcentreerder worden; stollen; dikker worden
  2. eindicken (einkochen)
    verdikken; indikken; door koken dikker worden
  3. eindicken (versteifen; stärken)
    stijven; stijf maken
    • stijven werkwoord (stijf, stijft, steef, steven, gesteven)
    • stijf maken werkwoord (maak stijf, maakt stijf, maakte stijf, maakten stijf, stijf gemaakt)
  4. eindicken (verdicken; einkochen; kondensieren; eindampfen; evaporieren)
    verdikken; dikker worden
  5. eindicken (erstarren; erfrieren; erhärten; )
    verstijven; verstarren; verstenen
    • verstijven werkwoord (verstijf, verstijft, verstijfde, verstijfden, verstijfd)
    • verstarren werkwoord (verstar, verstart, verstarde, verstarden, verstard)
    • verstenen werkwoord (versteen, versteent, versteende, versteenden, versteend)

Conjugations for eindicken:

Präsens
  1. dicke ein
  2. dickst ein
  3. dickt ein
  4. dicken ein
  5. dickt ein
  6. dicken ein
Imperfekt
  1. dickte ein
  2. dicktest ein
  3. dickte ein
  4. dickten ein
  5. dicktet ein
  6. dickten ein
Perfekt
  1. habe eingedickt
  2. hast eingedickt
  3. hat eingedickt
  4. haben eingedickt
  5. habt eingedickt
  6. haben eingedickt
1. Konjunktiv [1]
  1. dicke ein
  2. dickest ein
  3. dicke ein
  4. dicken ein
  5. dicket ein
  6. dicken ein
2. Konjunktiv
  1. dickte ein
  2. dicktest ein
  3. dickte ein
  4. dickten ein
  5. dicktet ein
  6. dickten ein
Futur 1
  1. werde eindicken
  2. wirst eindicken
  3. wird eindicken
  4. werden eindicken
  5. werdet eindicken
  6. werden eindicken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde eindicken
  2. würdest eindicken
  3. würde eindicken
  4. würden eindicken
  5. würdet eindicken
  6. würden eindicken
Diverses
  1. dick ein!
  2. dickt ein!
  3. dicken Sie ein!
  5. eingedickt
  6. eindickend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor eindicken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dikker worden eindampfen; eindicken; einkochen; evaporieren; kondensieren; verdicken dicker und schwerder werden; zunehmen
door koken dikker worden eindicken; einkochen
geconcentreerder worden eindicken; einkochen; verdicken
indikken eindicken; einkochen lang einkochen zum eindicken
stijf maken eindicken; stärken; versteifen
stijven eindicken; stärken; versteifen
stollen eindicken; einkochen; verdicken
verdikken eindampfen; eindicken; einkochen; evaporieren; kondensieren; verdicken lang einkochen zum eindicken
verstarren eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken
verstenen eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken versteinern; zu Stein werden
verstijven eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken schaudern; vor Angst schlottern

Verwante vertalingen van eindicken







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0225 seconde
Page rendered in 1.0 seconds