Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. einrufen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor einrufen (Duits) in het Nederlands

einrufen:

einrufen werkwoord

  1. einrufen (anrufen; herbeirufen)
    aanroepen; inroepen; inviteren
    • aanroepen werkwoord (roep aan, roept aan, riep aan, riepen aan, aangeroepen)
    • inroepen werkwoord (roep in, roept in, riep in, riepen in, ingeroepen)
    • inviteren werkwoord (inviteer, inviteert, inviteerde, inviteerden, geïnviteerd)

Vertaal Matrix voor einrufen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanroepen Ansprechen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanroepen anrufen; einrufen; herbeirufen anreden; anrufen; ansprechen; aufrufen; rufen; zurufen
inroepen anrufen; einrufen; herbeirufen anrufen; herbeirufen; hereinrufen
inviteren anrufen; einrufen; herbeirufen einladen; engagieren