Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor erlahmen (Duits) in het Nederlands

erlahmen:

erlahmen werkwoord (erlahme, erlahmst, erlahmt, erlahmte, erlahmtet, erlahmt)

  1. erlahmen
  2. erlahmen (erstarren; erfrieren; erhärten; )
    verstijven; verstarren; verstenen
    • verstijven werkwoord (verstijf, verstijft, verstijfde, verstijfden, verstijfd)
    • verstarren werkwoord (verstar, verstart, verstarde, verstarden, verstard)
    • verstenen werkwoord (versteen, versteent, versteende, versteenden, versteend)
  3. erlahmen (ermatten; schwach werden; schwächer werden; ermüden; erschlaffen)
    verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; aan kracht inboeten; zwak worden
    • verzwakken werkwoord (verzwak, verzwakt, verzwakte, verzwakten, verzwakt)
    • uitputten werkwoord (put uit, putte uit, putten uit, uitgeput)
    • verslappen werkwoord (verslap, verslapt, verslapte, verslapten, verslapt)
    • zwakker worden werkwoord
    • aan kracht inboeten werkwoord (boet aan kracht in, boette aan kracht in, boetten aan kracht in, aan kracht ingeboet)
    • zwak worden werkwoord

Conjugations for erlahmen:

Präsens
  1. erlahme
  2. erlahmst
  3. erlahmt
  4. erlahmen
  5. erlahmt
  6. erlahmen
Imperfekt
  1. erlahmte
  2. erlahmtest
  3. erlahmte
  4. erlahmten
  5. erlahmtet
  6. erlahmten
Perfekt
  1. bin erlahmt
  2. bist erlahmt
  3. ist erlahmt
  4. sind erlahmt
  5. seid erlahmt
  6. sind erlahmt
1. Konjunktiv [1]
  1. erlahme
  2. erlahmest
  3. erlahme
  4. erlahmen
  5. erlahmet
  6. erlahmen
2. Konjunktiv
  1. erlahmte
  2. erlahmtest
  3. erlahmte
  4. erlahmten
  5. erlahmtet
  6. erlahmten
Futur 1
  1. werde erlahmen
  2. wirst erlahmen
  3. wird erlahmen
  4. werden erlahmen
  5. werdet erlahmen
  6. werden erlahmen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde erlahmen
  2. würdest erlahmen
  3. würde erlahmen
  4. würden erlahmen
  5. würdet erlahmen
  6. würden erlahmen
Diverses
  1. erlahm!
  2. erlahmt!
  3. erlahmen Sie!
  4. erlahmt
  5. erlahmend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor erlahmen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitputten Abmühen; Anstrengen
verslappen Abschwächen
verzwakken Abschwächen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan kracht inboeten erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
mank worden erlahmen
uitputten erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden auspumpen; entkräften; ermatten; ermüden; erschöpfen; fertigmachen
verslappen erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden abflauen; abschwächen; erblassen; erbleichen; ermatten; ermüden; erschlaffen; nachlassen; verblassen; verflauen; verschießen
verstarren eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken
verstenen eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken versteinern; zu Stein werden
verstijven eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken schaudern; vor Angst schlottern
verzwakken erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden abschwächen; nachlassen; seine Kräfte lassen nach; weggleiten
zwak worden erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
zwakker worden erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden

Synoniemen voor "erlahmen":


Wiktionary: erlahmen


Cross Translation:
FromToVia
erlahmen verzwakken flag — weaken