Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ermessen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ermessen (Duits) in het Nederlands

ermessen:

ermessen werkwoord (ermesse, ermißt, ermaß, ermaßt, ermessen)

  1. ermessen (vorschlagen; raten; suggerieren; )
    adviseren; suggereren; raden; ingeven; iets aanraden
    • adviseren werkwoord (adviseer, adviseert, adviseerde, adviseerden, geadviseerd)
    • suggereren werkwoord (suggereer, suggereert, suggereerde, suggereerden, gesuggereerd)
    • raden werkwoord (raad, raadt, ried, rieden, geraden)
    • ingeven werkwoord (geef in, geeft in, gaf in, gaven in, ingegeven)
    • iets aanraden werkwoord
  2. ermessen (abwägen; veranschlagen; überschlagen; )
    overwegen; afwegen; overdenken
    • overwegen werkwoord (overweeg, overweegt, overwoog, overwogen, overwogen)
    • afwegen werkwoord (weeg af, weegt af, woog af, wogen af, afgewogen)
    • overdenken werkwoord (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)

Conjugations for ermessen:

Präsens
  1. ermesse
  2. ermißt
  3. ermißt
  4. ermessen
  5. ermesst
  6. ermessen
Imperfekt
  1. ermaß
  2. ermaßest
  3. ermaß
  4. ermaßen
  5. ermaßt
  6. ermaßen
Perfekt
  1. habe ermessen
  2. hast ermessen
  3. hat ermessen
  4. haben ermessen
  5. habt ermessen
  6. haben ermessen
1. Konjunktiv [1]
  1. ermesse
  2. ermessest
  3. ermesse
  4. ermessen
  5. ermesset
  6. ermessen
2. Konjunktiv
  1. ermäße
  2. ermäßest
  3. ermäße
  4. ermäßen
  5. ermäßet
  6. ermäßen
Futur 1
  1. werde ermessen
  2. wirst ermessen
  3. wird ermessen
  4. werden ermessen
  5. werdet ermessen
  6. werden ermessen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ermessen
  2. würdest ermessen
  3. würde ermessen
  4. würden ermessen
  5. würdet ermessen
  6. würden ermessen
Diverses
  1. ermess!
  2. ermesst!
  3. ermessen Sie!
  4. ermessen
  5. ermessend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ermessen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afwegen Abwägen; Bedenken
overwegen Abwägen; Bedenken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adviseren anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen advisieren; anpreisen; empfehlen; konsultieren; raten
afwegen abwägen; ausmachen; bestimmen; ermessen; schätzen; taxieren; veranschlagen; überschlagen abwegen; abwägen; aussetzen; auswegen; bedenken; beschauen; betrachten; ernennen; erwägen; mit sorge betrachten; reflektieren; schätzen; spekulieren; taxieren; überdenken; überlegen
iets aanraden anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen
ingeven anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen anordnen; anregen; antreiben; aufjagen; begeistern; diktieren; einflößen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; geben; inspirieren; jemandem etwas verabreichen; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; verabreichen; verordnen; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorschreiben; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
overdenken abwägen; ausmachen; bestimmen; ermessen; schätzen; taxieren; veranschlagen; überschlagen ausdenken; aussetzen; bedenken; beschauen; betrachten; brüten; erfinden; ernennen; ersinnen; erwägen; grübeln; nachdenken; nachdenken über; nachsinnen über; nachsinnenüber; phantasieren; reflektieren; sich ausdenken; sinnen; spekulieren; überdenken; überlegen
overwegen abwägen; ausmachen; bestimmen; ermessen; schätzen; taxieren; veranschlagen; überschlagen Sitzung halten; abwägen; aussetzen; bedenken; beraten; beratschlagen; beschauen; betrachten; eine Versammlung abhalten; ernennen; erwägen; konferieren; reflektieren; sich beraten; sichberaten; spekulieren; tagen; überdenken; überlegen
raden anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen Vermutung anstellen; annehmen; glauben; mutmaßen; schätzen; vermuten
suggereren anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen suggerieren

Synoniemen voor "ermessen":


Wiktionary: ermessen

ermessen
verb
  1. begrijpen, vermoeden