Duits
Uitgebreide vertaling voor festschrauben (Duits) in het Nederlands
festschrauben:
festschrauben werkwoord (schraube fest, schraubst fest, schraubt fest, schraubte fest, schraubtet fest, festgeschraubt)
-
festschrauben (schrauben; anschrauben)
-
festschrauben (andrehen; anschrauben)
vastschroeven; dichtschroeven-
vastschroeven werkwoord (schroef vast, schroeft vast, schroefte vast, schroeften vast, vastgeschroefd)
-
dichtschroeven werkwoord (schroef dicht, schroeft dicht, schroefde dicht, schroefden dicht, dichtgeschroefd)
-
-
festschrauben (festdrehen; anziehen; andrehen; anschrauben)
-
festschrauben (anziehen; andrehen; anschrauben; festdrehen)
vastschroeven; aanschroeven-
vastschroeven werkwoord (schroef vast, schroeft vast, schroefte vast, schroeften vast, vastgeschroefd)
-
Conjugations for festschrauben:
Präsens
- schraube fest
- schraubst fest
- schraubt fest
- schrauben fest
- schraubt fest
- schrauben fest
Imperfekt
- schraubte fest
- schraubtest fest
- schraubte fest
- schraubten fest
- schraubtet fest
- schraubten fest
Perfekt
- habe festgeschraubt
- hast festgeschraubt
- hat festgeschraubt
- haben festgeschraubt
- habt festgeschraubt
- haben festgeschraubt
1. Konjunktiv [1]
- festschraube
- festschraubest
- festschraube
- festschrauben
- festschraubet
- festschrauben
2. Konjunktiv
- festschraubte
- festschraubtest
- festschraubte
- festschraubten
- festschraubtet
- festschraubten
Futur 1
- werde festschrauben
- wirst festschrauben
- wird festschrauben
- werden festschrauben
- werdet festschrauben
- werden festschrauben
1. Konjunktiv [2]
- würde festschrauben
- würdest festschrauben
- würde festschrauben
- würden festschrauben
- würdet festschrauben
- würden festschrauben
Diverses
- schraube fest!
- schraubt fest!
- schrauben Sie fest!
- festgeschraubt
- festschraubend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor festschrauben:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| aanschroeven | Anziehen; fester Andrehen | |
| dichtschroeven | Andrehen; Anschrauben; Zuschrauben | |
| vastschroeven | Andrehen; Anschrauben; Anziehen; Zuschrauben; fester Andrehen | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| aandraaien | andrehen; anschrauben; anziehen; festdrehen; festschrauben | einschalten |
| aanschroeven | andrehen; anschrauben; anziehen; festdrehen; festschrauben | |
| dichtschroeven | andrehen; anschrauben; festschrauben | |
| door draaien vastmaken | andrehen; anschrauben; anziehen; festdrehen; festschrauben | |
| schroeven | anschrauben; festschrauben; schrauben | |
| vastschroeven | andrehen; anschrauben; anziehen; festdrehen; festschrauben |