Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal flehen

Vertaal flehen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. flehen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor flehen (Duits) in het Nederlands

flehen:

flehen werkwoord (flehe, flehst, fleht, flehte, flehtet, gefleht)

  1. flehen (bitten; beten; beantragen; )
    verzoeken; smeken; bidden; vragen
    • verzoeken werkwoord (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
    • smeken werkwoord (smeek, smeekt, smeekte, smeekten, gesmeekt)
    • bidden werkwoord (bid, bidt, bad, baden, gebeden)
    • vragen werkwoord (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
  2. flehen (beten; bitten; betteln)
    bidden; in gebed zijn
  3. flehen (bitten; beten; betteln)
    soebatten
    • soebatten werkwoord (soebat, soebatt, soebatte, soebatten, gesoebat)
  4. flehen (wehklagen; jammern; klagen; wimmern; winseln)
    jammeren; jeremiëren; weeklagen
    • jammeren werkwoord (jammer, jammert, jammerde, jammerden, gejammerd)
    • jeremiëren werkwoord (jeremiëer, jeremiëert, jeremiëerde, jeremiëerden, gejeremiëerd)
    • weeklagen werkwoord (weeklaag, weeklaagt, weeklaagde, weeklaagden, geweeklaagd)

Conjugations for flehen:

Präsens
  1. flehe
  2. flehst
  3. fleht
  4. flehen
  5. fleht
  6. flehen
Imperfekt
  1. flehte
  2. flehtest
  3. flehte
  4. flehten
  5. flehtet
  6. flehten
Perfekt
  1. habe gefleht
  2. hast gefleht
  3. hat gefleht
  4. haben gefleht
  5. habt gefleht
  6. haben gefleht
1. Konjunktiv [1]
  1. flehe
  2. flehest
  3. flehe
  4. flehen
  5. flehet
  6. flehen
2. Konjunktiv
  1. flehte
  2. flehtest
  3. flehte
  4. flehten
  5. flehtet
  6. flehten
Futur 1
  1. werde flehen
  2. wirst flehen
  3. wird flehen
  4. werden flehen
  5. werdet flehen
  6. werden flehen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde flehen
  2. würdest flehen
  3. würde flehen
  4. würden flehen
  5. würdet flehen
  6. würden flehen
Diverses
  1. flehe!
  2. fleht!
  3. flehen Sie!
  5. gefleht
  6. flehend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor flehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bidden Bitten; Gebet
smeken Flehen; Gebet; flehentliche Bitte
verzoeken Fragen; Versuchen
vragen Fragen; Versuchen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bidden anfragen; ansuchen; beantragen; beten; betteln; bitten; ersuchen; flehen rütteln
in gebed zijn beten; betteln; bitten; flehen
jammeren flehen; jammern; klagen; wehklagen; wimmern; winseln
jeremiëren flehen; jammern; klagen; wehklagen; wimmern; winseln
smeken anfragen; ansuchen; beantragen; beten; betteln; bitten; ersuchen; flehen
soebatten beten; betteln; bitten; flehen
verzoeken anfragen; ansuchen; beantragen; beten; betteln; bitten; ersuchen; flehen anfordern; anfragen; ansuchen; beantragen; bitten; einen Antrag machen; einfordern; ersuchen; fordern; fragen
vragen anfragen; ansuchen; beantragen; beten; betteln; bitten; ersuchen; flehen anfordern; anfragen; ansuchen; beantragen; bitten; eine Frage stellen; einen Antrag machen; einfordern; ersuchen; fordern; fragen
weeklagen flehen; jammern; klagen; wehklagen; wimmern; winseln

Synoniemen voor "flehen":


Wiktionary: flehen

Cross Translation:
FromToVia
• flehen → bezweren; bidden; smeken ↔ implorer — demander humblement et avec instance, secours, faveur, ou grâce.
• flehen → bezweren; bidden; smeken; aanhalen; trekken; aantrekken; aanlokken; bekoren; toelachen; verlekkeren ↔ solliciter — inciter ou exciter à faire quelque chose.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0553 seconde
Page rendered in 1.0 seconds