Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal geifern

Vertaal geifern van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. geifern:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor geifern (Duits) in het Nederlands

geifern:

geifern werkwoord (geifre, geiferst, geifert, geiferte, geifertet, gegeifert)

  1. geifern (schleimen)
    slijm opgeven; slijmen
    • slijm opgeven werkwoord (geef slijm op, geeft slijm op, gaf slijm op, gaven slijm op, slijm opgegeven)
    • slijmen werkwoord (slijm, slijmt, slijmde, slijmden, geslijmd)
  2. geifern (sabbern; sabbeln; trielen)
    kwijlen; zeveren
    • kwijlen werkwoord (kwijl, kwijlt, kwijlde, kwijlden, gekwijld)
    • zeveren werkwoord (zever, zevert, zeverde, zeverden, gezeverd)
  3. geifern (blitzen; gewittern; fallen; )
    donderen; onweren
    • donderen werkwoord (donder, dondert, donderde, donderden, gedonderd)
    • onweren werkwoord

Conjugations for geifern:

Präsens
  1. geifre
  2. geiferst
  3. geifert
  4. geifern
  5. geifert
  6. geifern
Imperfekt
  1. geiferte
  2. geifertest
  3. geiferte
  4. geiferten
  5. geifertet
  6. geiferten
Perfekt
  1. habe gegeifert
  2. hast gegeifert
  3. hat gegeifert
  4. haben gegeifert
  5. habt gegeifert
  6. haben gegeifert
1. Konjunktiv [1]
  1. geifere
  2. geiferest
  3. geifere
  4. geiferen
  5. geiferet
  6. geiferen
2. Konjunktiv
  1. geiferte
  2. geifertest
  3. geiferte
  4. geiferten
  5. geifertet
  6. geiferten
Futur 1
  1. werde geifern
  2. wirst geifern
  3. wird geifern
  4. werden geifern
  5. werdet geifern
  6. werden geifern
1. Konjunktiv [2]
  1. würde geifern
  2. würdest geifern
  3. würde geifern
  4. würden geifern
  5. würdet geifern
  6. würden geifern
Diverses
  1. geifre!
  2. geifert!
  3. geiferen Sie!
  5. gegeifert
  6. geifernd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor geifern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donderen Donner; Donnern; Gepolter
kwijlen Mondschleimm verlieren; Sabbern
onweren Donnern; Gewitter
slijmen Schleimen
zeveren Sabbern
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
donderen blitzen; donnern; ertönen; fallen; geifern; gewittern; grollen; grunzen; knallen; schleudern; schmatzen; schmeißen; schmettern; stürzen; tosen; wettern keifen; schelten; schimpfen
kwijlen geifern; sabbeln; sabbern; trielen
onweren blitzen; donnern; ertönen; fallen; geifern; gewittern; grollen; grunzen; knallen; schleudern; schmatzen; schmeißen; schmettern; stürzen; tosen; wettern
slijm opgeven geifern; schleimen Schleim aufgeben; schleimen
slijmen geifern; schleimen
zeveren geifern; sabbeln; sabbern; trielen babbeln; brabbeln; dummes Zeug verkaufen; klatschen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; tratschen

Synoniemen voor "geifern":


Wiktionary: geifern

geifern
verb
  1. Speichel aus dem Mund fließen lassen
geifern
verb
  1. een vloed van speeksel dat uit de mond loopt







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0333 seconde
Page rendered in 1.0 seconds