Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. herausfordernd:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor herausfordernd (Duits) in het Nederlands

herausfordernd:

herausfordernd bijvoeglijk naamwoord

  1. herausfordernd (provozierend; gewagt; wagemutig; höhnisch)
    uitdagend; provocerend
  2. herausfordernd (gewagt; wagemutig)
    gewaagd; gedurfd; pikant
  3. herausfordernd (ostentativ)
    ostentatief
  4. herausfordernd (übertreffend; provozierend; höhnisch)
    overtreffend; tartend

Vertaal Matrix voor herausfordernd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gedurfd gewagt; herausfordernd; wagemutig
gewaagd gewagt; herausfordernd; wagemutig brenzlig; heikel; mißlich; prekär; schwierig; unbestimmt
ostentatief herausfordernd; ostentativ
overtreffend herausfordernd; höhnisch; provozierend; übertreffend
pikant gewagt; herausfordernd; wagemutig aufregend; brünstig; feurig; frivol; geil; gepfeffert; gewürzt; herzhaft; lüstern; pikant; prikelnder Geschmack; scharf; scharf gewürzt; schwül; sexy; sinnlich; würzig
provocerend gewagt; herausfordernd; höhnisch; provozierend; wagemutig
uitdagend gewagt; herausfordernd; höhnisch; provozierend; wagemutig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tartend herausfordernd; höhnisch; provozierend; übertreffend trotzend; überdauernd

Synoniemen voor "herausfordernd":


Wiktionary: herausfordernd


Cross Translation:
FromToVia
herausfordernd agressief agressif — Qui tenir de l’agression, qui a le caractère de l’agression.